zondag 28 oktober 2018

En toen was het ineens koud. Een impressie.

Zondag 28 november 2018.

Het was even wennen na een bijna onafgebroken periode van aangename, warme temperaturen. Ineens werd het koud. Overdag en 's nachts. Toen ik zaterdagavond even mijn neus buiten de deur stak was het inmiddels rond 3 graden Celsius.
Met recht het begin van de wintertijd.


De volgende ochtend was niets verandert, alhoewel.......de lucht was stralend blauw en er scheen een behaaglijke zon, mits je uit de wind bleef. 


  "Buiten" ademde iets van wintersport en dus ging ik kijken of er al ijs op de Kralingse Plas lag. Dat laatste was niet het geval. Wel waren er honderden waterhoentjes bij elkaar, alsof het een jaarlijks congres betrof. Steeds als er een lichte verstoring was , b.v. door een bootje, dan kwamen ze in grote getale los van het water en snelwandelden als het ware naar een andere plek.


De hoop om een paar echte herfstfoto's te maken moest ik laten varen: het was vrijwel overal nog zomergroen.


Alhoewel.......de eiken begonnen het een beetje door te krijgen.


Ook paddenstoelen waren nauwelijks te vinden. Hier en daar een solitaire of een groepje op een gevelde boomstam.


En terwijl de wandelpaden steeds voller liepen met wandelaars en hun hondenkennels trok ik mij terug in de heemtuin. Een stilteplek met een fijne bank in de zon.


Zo blauw was de lucht zelden en het viel mij op dat met de licht wolkennsluiers het iets kreeg van het waterlicht van gisteravond. En met een beetje bijtinten werd het bijna net zo.


Met nog een laatste blik over het water en naar de zon werd het tijd om iets warms te gaan drinken.
De eerste winterdag in deze zomerse herfst.


Caleiscopische schilderen.

 Caleidoscopisch schilderen.


Nadat ik mij zaterdagavond gelaafd had aan "Waterlicht", een lichtprojekt van Daan Roosengaarde op het Museumplein, kreeg ik een ongelofelijke zin om te schilderen. Een CD met wat stimulerende muziek opgezet en dan mijzelf "de vrije loop" geven met materiaal en kleur.


Op zich altijd weer spannend, omdat er altijd wel iemand op de achtergrond meekijkt die ergens een mening over heeft. Dat accepteren en gewoon doorgaan helpt. En vooral niet bezig zijn met een eindresultaat. Op een gegeven moment is het genoeg en dan is het de kunst om te stoppen.


Vandaag heb ik er nog meerdere malen naar gekeken en mij afgevraagd waar "dit nu weer vandaan kwam ". Ik kreeg al vrij snel een associatie met de caleidoscoop in de Kunsthal bij 100 jaar Kinetiek.
De kleuren, de dynamiek, etc. Ergens heeft het in mij doorgewerkt. en dat is mooi.


Morgen weer verder.

Drie dagen later: een nieuwe oogst:



 




donderdag 25 oktober 2018

Peter Paul Rubens in Boymans.

Peter Paul Rubens in Boymans.
 
In het kader van ons weerzien besloten Ger en ik - broeders in de Kunsten - elkaar te ontmoeten in Museum Boymans. Maar voordat wij de hemel van Rubens gingen bestormen namen we eerst de tijd voor een kopje koffie in de expressobar van Boymans.
Emmerik en Daniëls hadden hier hun "Ook Duende" verbeeld ( wat dat ook mogen zijn ).
Hoe anders ook dan Rubens.
En toen werd het tijd voor de grote meester. Wat hier vooral te zien waren zijn  olieverfschetsen. Op zich ongebruikelijk met een dergelijk materiaal. Het voordeel was dat hij a.h.w. een miniatuur maakte van een veel groter werk ( de schaalvergroting ). Boymans bracht dat mooi in beeld.
Het werd een lange wandeling langs de vele miniaturen en het werd duidelijk dat Rubens echt kon schilderen. Ook zichzelf.
Zijn thema's hadden meestal hun oorsprong in het katholicisme en de Klassieke Oudheid ( Achilles, Adonnis, Medusa, etc. ).
Wat opviel waren de prachtige diagonalen in zijn werk, de intense heftigheid van de gebeurtenissen, de aardse en vlezige aanwezigheid van vrouw en man. De mannen ( zonder tattoo's ) zouden in de sportschool geen gek figuur slaan. Vuur, passie, strijd, drama. Sommige werken hebben iets van een centrifuge.
En soms kwam er ook humor op het doek.
Zoals de Centaur met zijn buddy.
En de 2 zuilfiguren die commentaar lijken te geven op het gebeuren ( iets wat in meer werken van Rubens voorkomt ). 

Dat riep voor ons herinneringen op aan motorrijden in de regio Rudesheim, de wijnfeesten, de omvallende feestboom en de uitstekende wijn die wij dronken, de dreigende Duitsers die de onschuldige Rob een schop onder zijn achterwerk gaven en gestuit werden door zeeman Jacques, een bezoek aan het ziekenhuis om grint uit mijn arm te verwijderen, met 7 man in een Kever rijden en de Rubensdames op de camping.
Ja Rubens maakt anno 2018 nog heel wat los.

En temidden van alle ontmaskeringen van Achilles, wegduiken om door de aanblik van Medusa niet versteend te worden of de kruisafname van Chistus hing af en toe een fraai potret om even vast te leggen.
Het was weer mooi geweest en we hadden dorst gekregen van zoveel dynamiek en kleur en dus wandelden we naar Café Timmer ( het oudste café aan de Oude Binnenweg - hoe toepasselijk -  met verwarmd terras ), waar bier in echte dunne vaasjes geschonken wordt.
 
Daar verbonden we opnieuw verleden en heden met elkaar tot het ( voor dat moment ) genoeg was.
Het was weer mooi geweest.





Terug in de tijd: 1967-1972.

Terug in de tijd:

Onverwacht kwam er een email binnen van Ger. Met het idee ons contact te vernieuwen. Als reminder stuurde hij een contract mee van de discoshow waarmee wij eind 60'er, begin 70'er jaren door Rotterdam West trokken. De tijd van de toenmalige disco's: de instuiven. Met Patricia Paay in opkomst, dat ook.

Een leuke tijd met veel spannende vriendinnen ( zoals Ellen, Annelies, Evelien, Mies, de dochter van een zedenrechercheur ( oei ! ) en veel muziek.
Het was de tijd van de action paintings en de psychedelische vloeistofprojecties. Inspiratie deden we op bij Jimmy Hendrix, Jeff Beck en Karel Appel.

Daar de foto's inmiddels verjaard ( of is het bejaard ) zijn, breng ik ze graag in beeld.

 
 
 
 
 
 
Hoe we elkaar destijds tegen zijn gekomen weet ik niet precies meer. Wellicht kwam het onbewust: mijn vader bakte brood en zijn vader verkocht het. 
Beiden bij Van der Meer & Schoep. Een begrip in die tijd.
In ieder geval hadden we het gezellig samen, ook met Jacques, zijn jeugdvriend, Peter en Aad, beiden studiegenoten van mij.
In 1970 besloten we naar de Costa Brava te gaan, naar Callella. Dat was een wereld apart. Zon, zee, strand, clubs, muziek ( Iron Butterfly's In A Gadda Da Vida ), pubs zoals de Coq Inn en dames uit allerlei landen. Soms probeerden we zelfs Campari.
 
 
 
 Het een en ander had tot gevolg dat we uitgenodigd werden in Keulen.
Wat ook goed was voor onze talen.
 
 
Mijn grote vakantieliefde van dat moment was Christa.
Ger viel meer voor roodblond, Gaby naar ik mij herinner. Ook heel leuk.
We hadden ook nog een afspraak met een Engelse vriend in Londen, maar dat werd het niet helemaal.
Ik heb hem nooit meer gezien en moest helaas met koorts versneld terug naar huis. Ger reisde mij later achterna.
 En wat te denken van de heerlijke paardrijtochten aan de Spaanse stranden ( waarbij ik ontdekte dat sommige paarden - erg prettig - in galop gaan en anderen - au, au - ervoor kiezen om te gaan draven.), maar ook in Zeeland en Hoek van Holland. Een keer hadden we 4 paarden die niet luisterden.
Nog dicht bij de manege moest Aad afhaken ( er hingen malse blaadjes aan de bomen ) . Een paard maakte later rechtomkeerd en ik herinner mij dat ik met Ger of Jacques in de duinen strandde, tot een boer ons hielp en de paarden het op een lopen zetten richting manage. Heel bijzonder !
 Een jaar later, we hadden nu allebei serieus verkering. Ger met Toos en ik met Marianca. Deze keer reisden we af naar Blanes aan de Costa Brava. De foto's spreken voor zich.
Alweer zon, zee en luchtbedden.
Ook kon je met een boot langs en aan de verschillende stranden varen.
Op enig moment kwamen wij op het idee om naar het stierengevecht

te gaan. Toos bleef thuis en Marianca wilde wel mits de stier niet dood zou gaan ( zij zou zich nu ongetwijfeld goed voelen bij de animatiefilm Ferdinand ).
Het was warm en het ging er heftig aan toe. 
En na alle steken van de picadores en de torrero's gaf de stier het toch op.
Op enig moment daar tussenin maakten we nog een reis naar het snel opkomende Benidorm.
Veel materiaal heb ik daar niet van. Een paar straatjes, Peter op een rots.......
 
 
.....en een foto die bij een wat genante situatie behoorde: zittend op een ezel, voortgetrokken door een hoogbejaarde vrouw. Die mocht natuurlijk niet op de foto. 
Op zich oogde het wel vorstelijk.
Verder bezochten we een waterval die bijna droog stond, dronken we Licor Cuarenta Y Tres bij het ontbijt, was de eerste kennismaking met Gazpacho Andaluz als een klap in mijn gezicht, kon Aad eerst niet wennen tot hij echt los ging dankzij goed medisch advies. 
In de jaren daarna werd het contact weliswaar anders ( o.m. door aandacht voor onze geliefden ), maar bleef voortbestaan. Ach, de geliefden. Ger trouwde met Toos en ik nam na 3 mooie jaren afscheid van Marianca, waar ik nu zo weer verliefd op zou kunnen worden. 
Geloof ik.

Skiën in de 70'er jaren.

Het aardige van het open doen van een geheugendeur is dat er steeds meer in beeld komt. Zo ging ik met Ger en zijn broer Ben een keer eten in het Chalet Suisse in het park in Rotterdam.
Dat Suisse werd daarna al snel Oostenrijk. Met familie en vrienden naar Hinterstöder op ski-vakantie.
 Naar ik mij herinner ben ik 2 keer meegeweest en herinner me dat helaas aan 2 ski-ongelukken. De eerste keer had Jacques de pech dat hij viel ( zijn eerste les ) en er een ski over zijn been kwam. Hij zag er toch al tegenop en belandde nu in het zekenhuis met naast zich een ski-leraar met een dwarslesie. Jacques is volgens mij nooit meer gaan skiën.
 In die tijd reed hij overigens in een Renault 16.
De tweede keer was er een jonge vrouw met lang donker haar bij die op de eerste dag haar been brak, waarna iedereen iets op het gips mocht tekenen. Ook herinner ik mij een maaltijd waarbij het vlees zodanig vet was dat ik geëmotioneerd iets anders vroeg.
Verder zal het gewoon gezellig geweest zijn, maar zijn de herinneringen opgelost een een zee van ski-vakanties in die jaren ( soms ook in de zomer op de gletsjers van Nauders, Silvretta, Kaprun en het Ötztal ), privé en ook met leerlingen van het Pallascollege.
Meestal zag het er zo uit: naar boven en dan weer snel naar beneden met tussendoor een terras-stop, liefst in de volle zon. Nou ja, op de gletsjer was het dikwijls diepvries.
In die tijd pakten we dikwijls een tussendoortje met Hans, Anton en ook met Ger: Naar Neuastenberg in het Sauerland. Ik herinner me metershoge sneeuwwallen op 700 meter. Ja in die tijd sneeuwde het nog met de Kerst. Anderzijds kon de dooi heel snel invallen en dan was het voorbij. Een keer gingen we op de laatste dag ( de piste was ijzig ) achter elkaar en met snelheid rond een groot stuk struikgewas. Daar knalden we allen op elkaar. Wat een daverend afscheid.
Helaas heb ik van deze groep vakanties geen foto's, maar misschien komt dat nog.