maandag 29 augustus 2016

Met Siebe op reis: Oma's verjaardag.

Met Siebe op reis: naar oma's verjaardag. 



Toen mij gevraagd werd of ik een verslagje wilde schrijven over onze reis naar oma om haar verjaardag te vieren vond ik dat meteen een leuk idee.
Zoiets is toch heel anders, dan dagelijks bezig te zijn in de autobranche.
Bovendien ben ik zelf een dag later jarig en dus zijn we bijna even jong.

We vertrokken zaterdagochtend al heel vroeg naar West Brabant. Wie er reed kon ik niet goed zien, want het was best druk en gezellig in de auto, maar het voelde wel veilig.
Na een rondje knuffelen bij oma kregen we een drankje en zelfgebakken appelkruimeltaart. Mijn smaakpapillen dansten als nooit tevoren.

Even later kwamen oom Douwe, tante Kavita met hun blijde verwachtingen en opa Henk. Hetgeen weer een rondje knuffelen  werd. Daarna ging ik met pappa, Tijmen en Mette de boomgaard in om appels te plukken. Tijmen en Mette mochten wel de trapleer op, omdat hun parachute zich al geheel ontwikkeld had.
Mette had een leuk hoedje op ( leuke zus heb ik toch ) en Tijmen ( leuke broer heb ik toch ) zocht de beste appels van het jaar uit .
En soms als de trapleer verplaatst werd kon ik met een slim sprintje toch naar boven. 
Ik gebruikte daarvoor mijn speciale techniek : de zgn. sturm und drang -methode.
Gaaf was dat.
Na het plukken bracht pappa de oogst naar het terras, hetgeen bij mij allerlei leuke associaties opriep als: een appeltje voor de dorst, een oogappel en natuurlijk.................kruimelappeltaart. 
Jammie !
Ineens klonk er een heleboel lawaai en dus renden we naar de uitrit waar wij een stukje van de klassieker "de kleine Tour " konden zien. Alle kinderen hadden er zin in en zwaaiden naar ons ons.
Intussen had oma de lunch voorbereid. Mijn broer Tijmen, die heel goed kan puzzelen, keek of alles op de juiste plek stond. Iedereen mocht pakken wat hij of zij wilde en ik moet zeggen, het smaakte mij uitstekend.
Heerlijk ook zo'n moment voor jezelf.
Daarna was het tijd voor mamma's yogales. Ze rolde een mooie slaapzak uit en vroeg ons onze auto's en bordjes mee te brengen. Zij deed ons voor hoe wij tijdens het eten in de auto oplettend en toch ontspannen konden zijn.
Fijn is dat.
Inmiddels waren oom Dirk en tante Simone aangekomen. Tante Simone kan heel goed voorlezen. Ze heeft dan zo'n leuk Duitslands accentje in haar stem. Daar luister ik graag naar. Ik mocht op schoot en zij begon te vertellen. Ook Mette, Tijmen en oom Douwe hingen aan haar lippen.
Ondertussen probeerde ik het net geleerde in de praktijk te brengen: oplettend en ontspannen aanwezig te zijn.
Vooral dat laatste lukte mij het best.
Het was heerlijk.
Na het voorlezen showde Mette haar bruidsjurkje aan tanta Kavita, die het heel mooi vond staan.
Een goede keuze.
Intussen had oma weer een andere puzzel in de keuken gemaakt: een barbeque-puzzel.
Die zag er nog mooier uit.
Oom Douwe, die medisch opgeleid is, kon precies aanwijzen welke kotelletjes klaar waren voor transplantatie en welke niet.
Oom Dirk, die de tonijn goed kent , onderzocht het weefsel op haar sappigheid.
Beetje rose, dat moest het zijn. 
Sommige barbequegeheimen mochten niet direkt gezien worden en dat zag er best spannend uit.
En nadat we al onze buikjes rondgesmuld hadden moesten we weer naar huis.
In de auto vielen we op de achterbank al snel in slaap en dat was maar goed ook, want wij hadden thuis ook nog een buurtfeest op het programma staan. 
Later hoorde ik nog dat tante Simone en oom Dirk een concert hadden gegeven voor oma.
Die was daar heel blij mij. Zij kon wel zingen.
Jammer dat ik dat gemist heb. Morgen maar even op Youtube kijken.
Zo dit is dan mijn eerst reisverslag. Een mooie ervaring en......... hieperdepiep voor oma, die dit allemaal mogelijk maakte !
Morgen ben ook ik jarig. Er ligt een mooie toekomst voor mij open.
Een hieperdepieptoekomst zal ik maar zeggen.

Groetjes van Siebe.














zaterdag 20 augustus 2016

Het geheim van de kokkel.

 Het geheim van de kokkel ( de cerastoderma edule ).

Met Westerschouwen als favoriete strandbestemming komen wij op terugweg al snel in de verleiding om mosselen te gaan eten bij het uniek gelegen restaurant met terras even voorbij Bruinisse.
Daar al mosselend en fritend kijken wij dan bij de ondergaande zon uit over een droogvallende vlakte, een wad.
Deze grijze vlakte wordt dan al snel bevolkt door mensen die het zo op afstand te zien leuk vinden om te graven in het zand.
Voor ons reden eens te gaan kijken waar het hier om gaat.
Dichtbij gekomen ontdekken we dat het veelal mensen van Aziatische oorsprong zijn die hier hun potentiƫle lekkernij uit het zwarte zand halen. De schelp waar de kokkel zich in bevindt is qua uiterlijk wel de meest voorkomende aan onze stranden.
Deze cerastoderma edule ( naamgegeven door Linnaeus in 1758 ) is een tweekleppige weekdiersoort, dat zich bij voorkeur iets onder het zandoppervlak bevindt van een intergetijdengebied.
Het diertje voedt zich met plankton.
Nieuwsgierig geworden besloten wij zo'n kokkel eens te begroeten. De schelp ging redelijk gemakkelijk open en daar werd het kleine diertje zichtbaar.
Het leuke van deze foto vind ik dat het lijkt of hij / zij ook 2 beentjes heeft, wat niet zo is.
Of je ze zo rauw kunt eten, net als oesters werd mij niet duidelijk ( Chinees zit niet in mijn pakket ),
maar dat ze eerst gewassen en gekookt moeten worden leek mij een must.
Tevreden met deze ontdekkingstocht gingen we terug naar huis.
Het geheim van de kokkel op het wad was onthuld.
Het was weer mooi geweest.


donderdag 18 augustus 2016

Tijmen in Zeeland.

Ik had al zeker 7 nachtjes bij oma gelogeerd toen mij gevraagd werd of ik zin had om naar het strand te gaan. 
Er stond een harde wind, een sterke stroming en de zon was op vakantie.
Dus........dat leek mij wel wat !
Samen met opa Henk stelden we een MWAP ( Matig Weer Animatie Plan ) op en dat zag er echt goed uit. 
Onderweg moesten we steeds lachen, omdat de dame in het dashbord steeds zei: Opnieuw berekenen ? en U rijdt te hard ! Dat waren opmerkingen waar we ook op het strand nog veel plezier aan beleefden.
We zochten een beschut plekje in de duinen en oma droeg haar rode pet zodat wij haar altijd terug konden vinden en dat was maar goed ook, want het was een wilde boel daar in Westerschouwen.
 Gelukkig hield de brandweer een oogje in het zeil.
Allereerst begonnen wij met het bouwen van een fort.
 Veel concurrentie hadden wij niet. Maar ja, wie durft dit op zo'n dag ?
Luctor et emergo !
Na een tijdje was het moment gekomen om de zee uit te dagen haar aanval op mijn fort te beginnen.
Kom maar op ! riep ik tegen de zee, die nu toch een verlegen indruk maakte.
De zee had er echter geen zin in of schrok mogelijk van de kracht die mijn fort uitstraalde.
En dat was erg jammer. Opa Henk probeerde mij nog op te vrolijken met een ondertunneling, maar ik had meer zin in het volgende programma-onderdeel.
Maar eerst zette ik mijn handtekening in het zand, zodat voorbijgaande strandjutters zouden weten dat dit niet gejut ( gejat ? ) kon worden.
Het was tijd om de vlieger uit te pakken ( oma heeft in het verleden veel vliegers op gelaten, dat zag ik meteen. Met grote handigheid en een assortiment aan textiele werkvormen maakte zij de vlieger up to date. Knap is dat.
Later wil ik een vrouw die dat ook allemaal kan. Zo handig !
Daarna gaf opa Henk een demonstratie waarbij hij bijna van zijn sokken werd getrokken. Het stormde ook zo hard !
 Laat mij maar even zei ik ( ik kan goed omgaan met de wind ) en nam de vlieger soepel over.
Ondertussen keek oma of er nog andere vliegtuigen in de buurt waren. Ook vertelde zij mij dat ik niet mocht vliegeren als er mensen dichtbij stonden.
Dat was hier natuurlijk geen probleem. Ja, humor heeft oma zeker.
Ook liet zij mij zien hoe ik een brief naar de vlieger kon sturen. 
En er hoefde geen postzegel op.
Daarna gingen we naar huis. Oma reed meerdere malen te hard en de route moest verschillende malen opnieuw berekend worden, maar dat maakte het alleen maar spannend.
Eenmaal thuis gingen we barbequĆ«n ( moeilijk woord ). 
Dat duurde in het begin nogal lang. Ik zat soms "op hete kolen", maar het resultaat was een heerlijke en voedzame maaltijd. Ja geduld kan soms zulke mooie dingen doen.
Daarna boog ik mij nog even over mijn FAHDC ( Freeks AH Dinosaurus Collectie ), die ik binnenkort ongetwijfeld compleet zou gaan krijgen.
.De volgende morgen kon ik - vroege vogel - de laatste hand leggen aan de grote puzzel, waar ik deze week - opnieuw met veel geduld - aan gewerkt had. Oma had mij goed gesupporteerd met de teentjes en de randjes. Zelf hield ik mij meer bezig met "Het Grote Geheel" .
Onze samenwerking was ( ook na 9 nachtjes logeren ) weer beeeeeregoed en het voelde of wij een gouden plak hadden gewonnen. Ik kreeg al weer zin in een puzzel, waarvoor je nog meer nachtjes moest blijven.
Tof !





maandag 8 augustus 2016

Waanzin en schoonheid.

Als liefhebber van wielrennen zette ik gisteravond de televisie aan om getuige te kunnen zijn van de laatste 20 km op de weg voor dames in Rio de Janeiro.
De dag ervoor was ik al getuige geweest van wat er met grote renners kan gebeuren op dit als "uitdagend" gekwalificeerde parcours. De enorme ambitie van de overblijvers leidde tot ernstige valpartijen in de laatste afdaling. Zodanig dat ik mij afvroeg of het hierom gaat bij het wielrennen.

Hoe Nibali, fervent afdaler en consorten zich naar beneden stortten om toch maar vooral de gouden plak te kunnen pakken deed mij denken aan de eekhoorn uit de Ice Age - films.
Alles draait om het krijgen en hebben van die ene eikel ( lees: gouden plak ). En altijd als-ie er heel dichtbij is gebeurt er weer iets ongelukkigs, maar hij blijft doorgaan.
Terug naar de dames. Als ik inschakel is de volgorde mij niet helemaal helder. Er liggen 2 dames op kop : "onze" Annemiek van Vleuten en een Amerikaanse. Beiden in die gevaarlijke afdaling naar de finish. De camera kan in eerste instantie de snel dalende Van Vleuten ( goud in zicht ) niet laten zien omdat de Amerikaanse te ( ? ) voorzichtig daalt en de weg te smal is.
Als de camera uiteindelijk Van Vleuten laat zien is er die ene bocht met die hoge stoeprand waar zij opklapt. Een doodsklap. Ik schrik mij als kijker rot en zit ineens met tranen in mijn ogen.
Over noodlot gesproken. Weg gouden plak, weg gouden eikel. Ze ligt er letterlijk gebroken bij met haar hoofd op het asfalt. Vlak bij haar staat op de weg dat je niet harder mag dan 30 km per uur.

De behoedzamere Amerikaanse stapt natuurlijk niet af om te helpen, maar gaat door en lijkt nu rechtstreeks naar goud te rijden. Zelf word ik overvallen door een diep gevoel van onrechtvaardigheid, maar ja..............zo is het spel. En de waanzin ervan.

Kort daarachter komen nog 3 rensters. Ook zij passeren conform de gebruiken het slachtoffer, nu met hulpverleners.
Een Italiaanse, een Noors-Belgische en Anna van der Breggen. Naar later blijkt vormt de aanblik van hun ongelukkige collega daar in de goot de aanzet tot een ultieme inspanning of is het toch ook het uitzicht op de gouden eikel ?

Dubbele gevoelens ? Ja zeker. Als het drietal de Amerikaanse alsnog inhaalt ( hoe voel je je dan ? ) probeer ik Van der Bregghen over de finish te schreeuwen. Waarom ? Heeft iets met rechtvaardiging te maken. Geweldig voor haar en voor "ons".
Ineens ervaar ik ook vreugde en schoonheid. 
Het "allerhoogste" is bereikt. 
Annemiek van Vleuten wint echter een grotere prijs: haar leven.
Heeft ze toch nog geluk gehad.



zondag 7 augustus 2016

Met de boot naar verre landen..........

Ik had er al weken naar uitgekeken: een bootreis naar verre landen. 
En eindelijk was het zo ver.
Ik was vrijdagavond al aangekomen in ons basiskamp aan de Zomerkampsedijk en ik had de zaterdag gebruikt voor een uitgebreide tuininspectie, want er waren veel woeste wilde bramen gesignaleerd.
Ook het gras, dat zag ik al snel, moest nodig gemaaid worden. Ja, er lag volop werk voor mijn spierballen.
Toen oma echter vertelde dat de grasmaaier het weer niet deed en het gras vermoedelijk met een schaartje geknipt moest worden kreeg ik ineens zin in iets anders.

Oma overlegde met opa Henk en zo werd er vandaag gekozen voor een spannende, soms heel gevaarlijke reis over het water naar Afrika en AziĆ«. 
Daar ik op school altijd goed bij de les blijf, vermoedde ik dat ik met mijn kennis de reis soepeler kon laten verlopen.
Opa en oma ( die inmiddels al wat ouder zijn, ik hoorde zelfs praten over 65-korting  ) zagen die hulp wel zitten.

We zouden ons inschepen op de Stormpolder in Krimpen aan de IJssel. De planning was prima, oma had nog tijd om onderweg een sanitaire stop in te lassen ( gelukkig hebben ze in Krimpen een waterkering ) en ze reed ook nog even langs een mij onbekende autodealer.

Ik kon de waterbus in de verte al aan zien komen, al was hij wat kleintjes naast die enorme Ark van Noach. Er stond een leuke hertachtige giraffe op het voordek.
Het was wel even wennen, want de boot ging keihard over het water. Hobbeldebobbel. Maar na een tijdje vond ik het echt te gek. Ik hield mij  stevig vast en zo kon ik op mijn gemak kijken naar allerlei gebouwen en bruggen.
Zo was er een nieuw gebouw over een oud gebouw gebouwd, omdat ze het oude wilden bewaren. Slim hoor.
En dan was er een brug die zo te zien bij oom Ewoud in het Erasmus was geweest, want die zat helemaal in het verband of gips ( dat laatste kon ik door de snelheid niet goed zien ).
 
En dan nog die bus die verkeerd gereden was en de brug had gemist.
De chauffeur zal vanavond wel een standje krijgen.
De boot zette ons mooi af bij het Wereldmuseum. De rode loper was voor ons uitgelegd, terwijl opa Henk met de ambassadeur van Afrika overlegde of de route veilig genoeg was.
Maar eerst een naturel appelsapje voor de dorst in het restaurant en onze jassen achter slot en grendel.
Het werd een boeiende tocht door Afrika. Ik zag daar mensen die ook hun tanden gewisseld hadden of waren ze naar de verkeerde tandarts geweest ?
 Het was overal nogal donker. Echt donker Afrika. Maar onbevreesd ging ik af op de beelden die er stonden. Zoals van een man die helemaal vol met spijkers zat.
Een spijkerbroek vind ik zelf wel leuk, maar dit vind ik erg overdreven.
Een goed gesprek had ik met het stamhoofd. Hij vertelde dat hij van veren hield en het liefst een vogel wilde zijn. Volgens mij was hij ook verlegen want hij hield zijn masker op.
Ook leuk waren de totems met spiegeltjes op hun buik. Ik hield er snel mijn had voor zodat opa er niet in kon kijken. Veel te nieuwsgierig.
Intussen was oma op zoek naar wat fairtrade kleding ( zij had immers vroeger een winkel daarin gehad ). De klassieke Congolese hoeden vond zij wel iets hebben voor tijdens het tuinwerk.
Anderzijds waren er ook moderne en ik mocht zeggen welke ik het leukst voor oma vond. Opa Henk zou dat dan vastleggen voor het nageslacht. Hij probeerde de hoed op oma's hoofd te fotograferen.
Maar omdat dat niet helemaal lukte nam hij er ook nog een van opzij.
Een hoed op afstand zal ik maar zeggen.
  Je mocht niet dichterbij komen want dan klonk er een harde piep waarop allerlei veiligheidmensen probeerde de hoed veilig te stellen.
Wel een organisatie zo'n museum !
Er waren ook moderne Afrikaanse beelden, die er toch wat anders uitzagen.
Een heel groot beeld van een kip met kuikens deed mij denken aan een juf op het kinderdagverblijf.
En toen gebeurde er iets wonderlijks......
 Ik zag een glazen deur, 3 rode ledlampjes, een flits en ineens stonden we in Tibet.
Nou die Tibetanen hebben pas echte kleurplaten ( die ze mandala's noemen ). Zo groot had ik ze nog niet gezien en toen....................klonk er een bel en gingen we onze handen wassen ( een oud tibetaans gebruik ). Apart hoor.
Oma had daar iets meer tijd voor nodig, dus verstopten we ons om de hoek, zodat wij haar "zich een Congolees hoedje konden laten schrikken.
Echt goed verstopt waren we niet, want aan de overkant kon je ons zien in de spiegeling.
Oma speelde het spel gelukkig goed mee. "Ik schrik me dood", zei zij en wandelde toen rustig verder. Knap hoor !
Bij de uitgang heb ik toen nog een enquete ingevuld. Als dank kreeg ik 2 mooie kaarten.
De een is een labyrinth, de andere een masker, dat wel erg lijkt op de hamsters van Albert Heijn.
Mooier, dat wel.
Buiten gekomen gingen we naar de Spido voor een grote tocht richting Noordzee. We klommen naar het hoogste dek waar het stormde, maar met een capuchon en een stevig stuk scheepsbeschuit merkte ik daar weinig van.
We hadden nog even bij de zwemvesten gekeken, maar de stuurman zei dat die voor mensen zonder zwemdiploma waren. Ik mocht door.
Er was onderweg van alles te zien. Er werd daar op de kades veel met superlego gespeeld. Er stonden ook namen op als Evergreen, Liga en Samskip.
Intussen had oma de brug beklommen en konden wij in en door de stuurhut heen kijken.
Deze stuurman had het wel heel gemakkelijk met al die moderne spullen.
Dat deed me weer terugdenken aan hoe ik 2 jaar geleden mijn kapiteisdiploma haalde aan boord van de Rotterdam. Die moesten we nog met de hand en op gevoel varen. Puur vakmanschap. Maar ja: tijden veranderen.
Ze lag er nog wel mooi bij: mijn Rotterdam.
Dan was dit maar een klein bootje, ook al hadden ze wel geprobeerd er iets leuks van te maken. Ze hadden deze boot naar Marco Polo genoemd.
Ook een wereldreiziger.
Terwijl de vermoeidheid een beetje begon op te komen voeren wij met de waterbus terug naar de Stormpolder en de auto.
Maar eerst dronk ik nog een heerlijke chocomel bij Leuk, een restaurant aan het water.
Opa en oma namen nog een Liptonnetje en toen gingen we naar huis.
In de auto had ik nog een speciale taak en opdracht:
Oma wakker houden door haar regelmatig te kietelen.
Ja, vakmanschap is meesterschap.
Het was weer een mooie dag geweest.