maandag 30 mei 2016

Raku stoken, een kunst apart.

Afgelopen zaterdag 28 mei organiseerden vrienden met een pottenbakkersclub weer de jaarlijkse Raku-dag.
Zo aan het einde van het cursusseizoen wordt er anders dan anders gewerkt. Raku stoken is immers een avontuur op zich, net als de resultaten.

Allereerst maken de aanwezigen een of meer objecten van klei. Deze objecten worden na het drogen gebakken in de gewone elektrische keramiekoven tot ca. 1000 gr. Celsius. De klei is veranderd in baksteen.
Daarna worden met de kwast speciale raku- glazuren en pigmenten opgebracht.
Tussendoor zijn er ook gebakken broodjes voor het lekkere.
Als dit gebeurd is worden deze objecten op de raku-oven geplaatst om te drogen.
De raku-oven is hier een goed geïsoleerde oliedrum met deksel.
 Aan de onderzijde van de drum zit een opening. Via deze opening wordt met een krachtige gasbrander in ca. 20 minuten de temperatuur opgestookt naar opnieuw zo'n 1000 graden.
En daarna is het tijd om in deze idyllische omgeving geduldig te wachten en wat bij te praten.
Als de oven de bij benadering ( kleur van het vuur ) de juiste temperatruur heeft bereikt wordt het object met een grote tang uit de oven getild ( een even lastig als verantwoordelijk karwei ) en in een bak met zaagsel geplaatst
Het zaagsel vat onmiddellijk vlam. Het is nu zaak de deksel zo snel mogelijk te sluiten, zodat het reductie-proces binnenin kan plaatsvinden.
In de emmer onttrekken de vlammen alle  zuurstof uit de ruimte. Dit heeft een sterk bepalend effekt op het object en het aangebrachte glazuur.
Ongeglazuurde delen worden zwart.
Soms wordt er gekozen om eerst nog zaagsel toe te voegen.
Het verbrande zaagsel reist ook een beetje mee als het object uit de emmer wordt gehaald voor de cooling down.
Dit kan heel rustig, maar ook heel extreem door het object rechtstreeks in een bak water te plaatsen. Dat sist en stoomt dan geweldig, maar kan door de extreme temperatuurswisseling ook tot breuk leiden.
En dan is het tijd om de oogst te bekijken.
 En daar komt veel verwondering om de hoek:De resultaten zijn veelal onvoorspelbaar en de kunst is om de ware oorzaak ervan te kunnen vaststellen ( meestal niet dus ).
En het dient gezegd: een prachtig resultaat. Een unica.
Daarna is het tijd voor een drankje en een hapje. Nog even een paar weken op vakantie en dan zo snel mogelijk weer in de klei.
Met dank aan Malke en Alex.

Henk, Rotterdam, 30 maart 2016.

dinsdag 24 mei 2016

Beethoven, the day after.




Via mijn email ontving ik een reactie n.a.v. mijn verslag van mijn Beethovenervaring afgelopen zaterdag:

De pauken en hoorns, dat heeft niks met Beethovens doofheid te maken. Anders had de Ode an die Freude daar ook onder moeten lijden, want die is jaren later, door een nog veel dovere Beethoven gecomponeerd. Het is gewoon: B E E T H O V E N. 

Louise dank voor je feedback.

En ik wil daar 2 dingen over zeggen:

Allereerst is mijn verslag er een vanuit de beleving en niet vanuit een wetenschappelijk verantwoorde weergave. Vrije associaties, spelen met gegevens en dit creatief verwerken, daar beleef ik persoonlijk veel vreugde aan ( Ode an die Freude ? ). 

Daarmee wil ik niet op een gemakkelijke wijze je feedback opzij zetten omdat ik er ook persoonlijke bewogenheid in ervaar.

In mijn ( nu serieuze ) optiek zie ik een Beethoven die door zijn doofheid steeds meer verinnerlijkt raakt. In die verinnerlijking komt hij in aanraking met zijn levenservaringen en zijn grote verlangen.
Hij maakt de reis die Dante in zijn Divina Comedia maakt, de reis van de held ( Joseph Campell ).
Hij gaat door zijn diepste duisternis op weg naar verlichting / verlossing.
Dat is ook wat ik hoor en oppak in zijn 9de symfonie.
Voor mij heeft hij daarbij contact met archetypische velden uit het collectief onbewuste. Zowel met licht als met duisternis. Voor mij niet alleen een persoonlijk, maar ook transpersoonlijk en universeel werk.
Zijn "Alle Menschen werden Brüder" innemen is voor mij en voor velen een spirituele ervaring.
Niet voor niets werd het gekozen als Europese hymne.



Tot slot: wat ik mooi vind is het verhaal dat hij op het moment dat hij sterft en het buiten dondert en bliksemt, hij zich opricht. Dat is voor mij ook Beethoven.
Dat is zijn energie.

Met hartelijke groet,
Henk.




maandag 23 mei 2016

Een Jacobsladder in Rotterdam.



Jakob had deze droom toen hij op de vlucht was voor zijn tweelingbroer Esau
 In deze droom zag hij hoe engelen via deze ladder van de aarde naar de hemel opklommen en weer afdaalden. Bovenaan de ladder zag hij JHWH die Jakobs nageslacht het land Kanaän beloofde. De plaats waar dit gebeurde noemde hij Bethel, wat Huis van God betekent.


Toen ik begreep dat vanwege de regen het maandagmiddagtennis niet door zou gaan kwam ik voor de keuze wat dan wel te doen.
Ik had nog 2 onvoltooide wensen: mijn OV-kaart gebruiksklaar maken voor de NS en het bestijgen van de trap, die sinds kort tegen het Groothandelsgebouw geplaatst was.

Het werden 2 vliegen in één klap. En zo stond ik een kwartier later op station Alexander mijn OV-pas meer eigentijds te maken. Probleem 1 opgelost. Er kon in- en uitgecheckt worden.
Omdat het niet toegestaan was alvast richting Rotterdam Centraal te lopen, besloot ik op de trein te wachten: Het werd een Sprinter die heel langzaam reed.
Wandelend door de voor mij nieuwe stationsgangen verwonderde ik mij over de gedaantewisseling van het oude beeld dat ik nog voor ogen had. Ruimer, lichter en commerciëler.
Via de uitcheckpoortjes ( waar in het begin nogal eens overheen werd gesprongen ) kwam ik in de nieuwe stationshal en ging op het licht af: immers nog even en ik zou aan de voet van de Rotterdamse Jacobsladder staan.
Alleen waren het geen engelen die naar boven en beneden liepen, alhoewel één dame er wel heel dicht in de buurt kwam.
Mijn hart ging weer kloppen ( voor Rotterdam ? ).
Boven gekomen ( zo ziet de Rotterdamse hemel er dus uit ) bestond de mogelijkheid om rondom te kijken. Er waren zelfs verrekijkers op verschillende plekken.
Ik besloot via de Noordzijde rond te gaan. Dat bracht een mooi beeld van de aan en afvoerroutes van de NS. Ze hadden er de vlag voor uitgestoken.
Het dak van het gebouw was duidelijk bedoeld om het personeel in de pauze in het zonnetje te zetten. Overal bankjes en planten. Honderden meters.
De Westzijde vond ik vooral interessant, omdat ik de kerktoren aan de Mathenesserlaan kon zien. Immers ik had daar 23jaar in en omheen doorgebracht.
De Zuidzijde toonde de dynamiek van de herbouw na de Tweede Wereldoorlog, met de bekende skyline. Iemand had er zelfs zijn kantoorruimte gehuurd.
Eenmaal weer aan de voorzijde liep ik nog even Kriterion binnen, waar een film over de wederopbouw draaide. Het geluid was nauwelijks verstaanbaar door gekrijs en gegil van schoolklassen die de chaos tijdens het bombardement leken te verbeelden.
Goed gedaan jongens en meisjes !
De laatste keer dat ik hier was, ergens in de negentiger jaren, bij een ministeriële toelichting van de in te voeren Tweede Fase van het Voortgezet Onderwijs, zat de zaal vol met deels makke schapen en deels protesterende collega's. Een collega Tekenen werd zelfs uit de zaal verwijderd.
Achteraf had hij het gelijk aan zijn kant. Een ongewenste helderziende.
Verderop kon ik mijzelf nog even via het plafond ( vermoedelijk de vloer van de echte hemel ) fotograferen en had een vriendelijke uitwisseling met een engel achter de bar ( rechts in de hoek ). Ik voelde mij welkom.
Buitengekomen wierp ik nog een laatste blik over het stationsplein, waar ooit na de oorlog het grote witte blokvormige Lutuscatheater stond. Het zag er nu allemaal, mooi, schoon en gestileerd uit.
Alhoewel : beneden werd een zwart busje klem gereden door motoragenten en bestormd door collega's. De aardse werkelijkheid.
Er werd nog steeds gezondigd.
Naar beneden lopen ging overigens sneller dan naar boven.
Nog even de stationsoverhang in haar geheel fotograferen en dan.....naar huis.
De trein kwam er aan en zo kon ik tevreden ( weer 2 doelen in mijn leven gerealiseerd )  naar Ommoord.
Ik was blij dat ik weer aan de rand van Rotterdam kwam. Ik vond het allemaal heel spectaculair, maar ook behoorlijk overdone.
En eerlijk gezegd kwam het ook niet helemaal overeen met wat Jakob mij vertelt had over de hemel.
 
Het zij zo.

Rotterdam, 23 mei 2016.





zondag 22 mei 2016

De 9de Symfonie van Beethoven, een mooie opstelling.


Ik ben gisteren weer naar Antwerpen geweest voor het deelnemen aan een 3 tal familie - / systeemopstellingen. De ervaring heeft inmiddels geleerd dat deze processen zich onder goede begeleiding op een natuurlijke wijze ontplooien en kunnen ontplooien. 
Zo ook nu weer.
Gordiaanse knopen binnen de familie kunnen ontward worden, waardoor er bewustzijn en helderheid ontstaan. De natuurlijke posities binnen de familie komen in beeld en kunnen worden ingenomen.
 Dit alles ten goede van de opsteller.

 Daarna werd het tijd voor de Vlaamse keuken. Tijdens de bereiding keek ik af en toe mee hoe Agnes met een bijna ongelooflijke vaardigheid de meest heerlijke gerechten op tafel toverde.
"Agnes, du bist eine Zaüberin" viel mij spontaan uit de mond terwijl ik probeerde mijn watertanden wat in te dammen. Rik adviseerde mij daarbij een rode wijn.
Het basismateriaal bestond uit handgemaakte tagliatella met groenten en kleine kipkrokantjes.
Daarnaast verrukkelijke superpaddestoelen met spinazie en feta.
En langwerpige zoete paprika's gevuld met een mix van kip en groenten.
Dit alles in beeld op archieffoto, want wij wilden het eten niet koud laten worden en er stond ons iets nog groters te wachten aan de andere kant van de Schelde;

Rond half acht vlogen wij met gezwinde spoed naar de St/ Anna-Ten-Drieënkerk in de Hanegraerfstraat 1.  Daar kregen wij een inkomkaart ( zoals dat heet ) en een nummer.
D198 in mijn geval.
We gingen zomaar ineens en spontaan naar een uitvoering van de Negende Symfonie van Beethoven.
Voor groot orkest, koor en solisten.
Terwijl het hemelse licht boven door het glas in lood de kerk instroomde, deden wij dat via de poort. De zaal was bijna geheel gevuld, maar wij konden nog een mooi plekje achterin vinden waar je in ieder geval goed kon luisteren.
Naar ik begreep was dit een katholieke kerk ( what's in a name ? ), maar ik miste het altaar. Rik vertelde mij dat men daar in België soepel mee om gaat.
Intussen begon een nette heer iets over Beethoven en zijn tijd te vertellen. We belandden in de tijd van de Napoleontische oorlogen ( er stonden rechts inmiddels forse donderbussen opgesteld en links werden lange sabels in de lucht gestoken) en de tijd erna.
Gelukkig duurde zijn verhaal niet te lang, want wij waren hier om te ervaren.
Het begon met een bijna oorverdovende ouverture, waarbij ik mijn ogen niet durfde te sluiten omdat ik dan steeds huzaren te paard over de slagvelden zag denderen ( Dendermonde ? ).
Ook Napoleon kwam in beeld en er werd heel wat afgestreden.
Ik kon het niet nalaten mee te bewegen, hetgeen deze even sfeervolle als toepasselijke foto opleverde.
Daarna werd het allemaal een stuk lieflijker. Het Wener Congres danste vreugdevol de nieuwe tijd binnen en ja, da's heel wat anders.
Helaas kwam er dan weer zo'n moment waarop merkbaar werd dat Beethoven sinds 1816 doof was. Pauken en hoorns. Toemaar. 
Om een lang verhaal kort te maken: de opwinding werd te groot en via het toilet belandde ik op een lege stoel achter de donderbussen.
En dat was tof.
Ineens zat ik er midden in: Ode an die Freude !
Alle Menschen werden Brüder klonk het met kracht, statigheid en extatische vreugde.
Yes ! Mijn hart ging open ! Ik werd ter plekke fan van Beethoven !
En toen ineens was het afgelopen. Beet deed niet aan toegiften.
En terwijl de avond en een zachte regenbui over de kerk vielen, probeerden wij op een slinkse , bijna Napoleontische manier, aan een pintje te komen.
En dat ging mooi niet door. Hier in de kerk heerste orde.
Gelukkig lukte het Rik en Marleen via de andere Scheldeoever toch aan de benodigde fisches te komen en kon het Maespils rijkelijk stromen.

Het laatste uurtje brachten wij door op de trappen, al waar wij allen onze Rooms-Katholieke wortels herontdekten en al snel overgingen tot het aan de ander opbiechten van oude zonden.
Geheel verlost en opgeschoond konden we huiswaarts.
Als boetedoening moesten Albert en ik 100 km rijden met de lichten aan. Symbolischer kan niet.
De boetedoening van de anderen liet zich raden.

Epiloog:
Niet Hellinger heeft de systeemopstelling uitgevonden en ontwikkeld. Beethoven was hem voor en dat was duidelijk te zien tijdens het concert. Iedereen stond of zat op de juiste plaats. Iedereen kwam op het juiste moment tot zijn of haar recht. De ultieme harmonie zal ik maar zeggen.
En ja dan wordt het ook voor de dirigent een eitje.

Antwerpen, 23 mei 2016, met dank aan Agnes, Rik, Albert, Marleen, mijzelf, het koor, het orkest, de solisten, het publiek, die ene lege stoel, het bier, de zachte regen, etc.
Weer een dag geleefd.