maandag 23 mei 2016

Een Jacobsladder in Rotterdam.



Jakob had deze droom toen hij op de vlucht was voor zijn tweelingbroer Esau
 In deze droom zag hij hoe engelen via deze ladder van de aarde naar de hemel opklommen en weer afdaalden. Bovenaan de ladder zag hij JHWH die Jakobs nageslacht het land Kanaän beloofde. De plaats waar dit gebeurde noemde hij Bethel, wat Huis van God betekent.


Toen ik begreep dat vanwege de regen het maandagmiddagtennis niet door zou gaan kwam ik voor de keuze wat dan wel te doen.
Ik had nog 2 onvoltooide wensen: mijn OV-kaart gebruiksklaar maken voor de NS en het bestijgen van de trap, die sinds kort tegen het Groothandelsgebouw geplaatst was.

Het werden 2 vliegen in één klap. En zo stond ik een kwartier later op station Alexander mijn OV-pas meer eigentijds te maken. Probleem 1 opgelost. Er kon in- en uitgecheckt worden.
Omdat het niet toegestaan was alvast richting Rotterdam Centraal te lopen, besloot ik op de trein te wachten: Het werd een Sprinter die heel langzaam reed.
Wandelend door de voor mij nieuwe stationsgangen verwonderde ik mij over de gedaantewisseling van het oude beeld dat ik nog voor ogen had. Ruimer, lichter en commerciëler.
Via de uitcheckpoortjes ( waar in het begin nogal eens overheen werd gesprongen ) kwam ik in de nieuwe stationshal en ging op het licht af: immers nog even en ik zou aan de voet van de Rotterdamse Jacobsladder staan.
Alleen waren het geen engelen die naar boven en beneden liepen, alhoewel één dame er wel heel dicht in de buurt kwam.
Mijn hart ging weer kloppen ( voor Rotterdam ? ).
Boven gekomen ( zo ziet de Rotterdamse hemel er dus uit ) bestond de mogelijkheid om rondom te kijken. Er waren zelfs verrekijkers op verschillende plekken.
Ik besloot via de Noordzijde rond te gaan. Dat bracht een mooi beeld van de aan en afvoerroutes van de NS. Ze hadden er de vlag voor uitgestoken.
Het dak van het gebouw was duidelijk bedoeld om het personeel in de pauze in het zonnetje te zetten. Overal bankjes en planten. Honderden meters.
De Westzijde vond ik vooral interessant, omdat ik de kerktoren aan de Mathenesserlaan kon zien. Immers ik had daar 23jaar in en omheen doorgebracht.
De Zuidzijde toonde de dynamiek van de herbouw na de Tweede Wereldoorlog, met de bekende skyline. Iemand had er zelfs zijn kantoorruimte gehuurd.
Eenmaal weer aan de voorzijde liep ik nog even Kriterion binnen, waar een film over de wederopbouw draaide. Het geluid was nauwelijks verstaanbaar door gekrijs en gegil van schoolklassen die de chaos tijdens het bombardement leken te verbeelden.
Goed gedaan jongens en meisjes !
De laatste keer dat ik hier was, ergens in de negentiger jaren, bij een ministeriële toelichting van de in te voeren Tweede Fase van het Voortgezet Onderwijs, zat de zaal vol met deels makke schapen en deels protesterende collega's. Een collega Tekenen werd zelfs uit de zaal verwijderd.
Achteraf had hij het gelijk aan zijn kant. Een ongewenste helderziende.
Verderop kon ik mijzelf nog even via het plafond ( vermoedelijk de vloer van de echte hemel ) fotograferen en had een vriendelijke uitwisseling met een engel achter de bar ( rechts in de hoek ). Ik voelde mij welkom.
Buitengekomen wierp ik nog een laatste blik over het stationsplein, waar ooit na de oorlog het grote witte blokvormige Lutuscatheater stond. Het zag er nu allemaal, mooi, schoon en gestileerd uit.
Alhoewel : beneden werd een zwart busje klem gereden door motoragenten en bestormd door collega's. De aardse werkelijkheid.
Er werd nog steeds gezondigd.
Naar beneden lopen ging overigens sneller dan naar boven.
Nog even de stationsoverhang in haar geheel fotograferen en dan.....naar huis.
De trein kwam er aan en zo kon ik tevreden ( weer 2 doelen in mijn leven gerealiseerd )  naar Ommoord.
Ik was blij dat ik weer aan de rand van Rotterdam kwam. Ik vond het allemaal heel spectaculair, maar ook behoorlijk overdone.
En eerlijk gezegd kwam het ook niet helemaal overeen met wat Jakob mij vertelt had over de hemel.
 
Het zij zo.

Rotterdam, 23 mei 2016.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten