maandag 22 januari 2024

Wereldliederen en mantra's in de Abdijhoeve in Doetinchem.

 

Op de terugreis van Savita in Winterberg belandden Jan Hendrik en Sieta in de abdij van St.Willibrord bij Doetinchem. Het klikte daar en zo kwam de 3-daagse workshop tot stand waarnaar ik nu op weg was.

En zo stond ik op vrijdag om 15.00 uur voor de poort van deze abdij. Mooi zonnig en licht vriezend weer. En zo te zien een uitgebreid complex van gebouwen achter de poort. Ervoor was alleen de kerk zichtbaar.

Iedereen werd welkom geheten bij de receptie, waar je gelijk de sleutel ontving om je te kunnen nestelen in de ruime kamers met mooi sanitair, een goede matras ( bij mij op een extra hoog senioren bed - een ervaring apart ) en een goede verwarming in deze winterse omstandigheden.


Mijn kamer had 3 vensters. Mooie symboliek: de middelste voor de priester. De rechtse voor de diaken, de linkse voor de subdiaken. Ja ik was duidelijk terug in de Rooms Katholieke ambiance en dat zou niet de enige keer zijn. 

Eenmaal geïnstalleerd was het tijd om eens rond te kijken in de ruimtes waar wij zouden verblijven. Eerst het restaurant, waar onze eenvoudige, maar voedzame maaltijden geserveerd werden . Altijd met een introductie van Theo, onze oblaat. Een oblaat is iemand zich op vrijwillige basis verbindt met de abdij, zonder daar te verblijven. Wel levend volgens de regels van St. Benedictus waaraan deze abdij is toegewijd.

 
Bij de broodmaaltijden was het altijd weer een uitdaging om toegang te krijgen tot het vegetarische worstje in 2 variaties. Het leverde veel speelse en creatieve momenten op.
 

Broeder Theo liet ons ook zien waar het niet te versmaden abdijbier te vinden was voor de after-sing. Niet uit eigen brouwerij, maar uit die van een broederorganisatie. Voor het eerst zag ik een Trappist 0.0. Toch wel een commerciële ingreep in datgene wat de originele Trappist kenmerkt: hoge gisting, ook in de fles. Meer een Laffe dan een Leffe.

Naast het restaurant bevond zich de ruimte waar wij ons zingen zouden gaan beleven. Ook hier met uitzicht op de wintertuin. Het gedempte licht zorgde voor een warme besloten sfeer. Iets waar de fotograaf die op zondag langs kwam het geheel mee eens was.



In deze ruimte had Jan Hendrik reeds zijn begeleidingsinstrumentarium geïnstalleerd. Zelf kon ik nu even genieten van het uitzicht dat hij deze dagen zou hebben. En er was nog een ruimte, een meer meditatieve, ter beschikking. Mooi, maar ook een beetje frisjes. Neen dan toch liever bij de warmte van Jan Hendriks magische kaars.


 
Op diverse plekken hingen iconen, o.a. van Benedictus, grondlegger van deze orde.


Ons hoofddoel in deze dagen was echter het zingen als een voort stromende rivier van mantra's en wereldliederen. Velen bekend en ook nieuw materiaal dat nog stemmatig verkend diende te worden.
Meestal hield Jan Hendrik het bij teksten die gemakkelijk meegezongen konden worden.

Dit was tevens een mooie oefening om de stembanden op te warmen, maar al snel werd het complexer. Gelukkig zingt Jan Hendrik het dan voor, terwijl hij begeleidt op keyboard, accordeon, harmonium, shruti box en trom. Met Peter als extra percussionist.

 
Voor mij was het "And when I rise" nieuw. Een prachtig lied waarin de vele fasen van "zijn" en de verbinding van daaruit met de natuur bezongen worden. Het is een krachtig lied dat raakt aan overgave aan het leven.
 

Tussendoor was er steeds gelegenheid om een bezoek te brengen aan een van de 6 Vespermomenten in de kapel. Momenten waarop de monniken bijeen komen om te zingen, teksten te citeren en te bidden. Hiertoe werd steeds de klok geluid. De eerste om 06.15 uur, zo vertelden mij ervaringsdeskundigen.


Deze in 1948 eigenhandig gebouwde kapel ( uit de puinhopen van Arnhem en Doetinchem, restanten van de Tweede Wereldoorlog ! ) liet zien dat de monniken goede metselaars waren en zochten naar praktische oplossingen voor het te dragen dak. De steunende zuilen in de kerk en de in de muren opgenomen steunberen zorgden daarvoor. Op het priesterkoor een eenvoudige stenen tafel met daarboven een luchter, die veel in Duitse kerken ( b.v. de Dom van Aken ) is terug te vinden. Achterin een kleine nis met altaar.

Eenmaal terug in onze werkruimte stonden we stil bij het in - en uitademen, een niet onbelangrijke activiteit bij het zingen. Als je daar eenmaal goed mee bezig bent, dan komt de vreugde als vanzelf.

Op zaterdagmiddag kon wie dat wilde siësta houden of naar buiten gaan. Dat laatste, het was mooi zonnig weer, werd veel gedaan. Het was mogelijk om op verschillende plaatsen het bos in te gaan. Mijn eigen weg zoekend kwam ik op een mooie plek. Dat bleek later een , direct naast de abdij gelegen, urnenveld.

Iets verderop lag de weg naar het Kasteel Slangenburg. Naar mij werd gezegd via een kronkelpad en dat klopte, van boom naar boom en tegelijk rechtdoor. Met als resultaat: De Slangenburg. Het terras was helaas gesloten.


Met een frisse neus en soepele benen konden we ons om 16.00 uur ons weer overgeven aan het lied; One by one. Eenmaal geproefd blijft dit rondzingen. Ook in de dagen erna. In het tweede deel zongen we het in canon waardoor het nog intenser werd.

Na de lunch op zondag werd het tijd om onze kamers te ontruimen en de bagage naar de parkeerplaats te brengen, die gisteren nog een winters tintje had. Het was allemaal weer heel snel en bijna tijdloos gegaan, maar nog niet voorbij.

Als afsluiting mochten we zingen in de kapel van het klooster. Het koord voor het priesterkoor ging open en wij konden rond de stenen tafel gaan staan. De kapel had een onverwacht mooie akoestiek waardoor onze zang een extra dimensie kreeg.


Daarna was het tijd om afscheid te nemen van elkaar en deze mooie plek. In dankbaarheid naar mezelf en allen. Altijd weer wonderlijk om te zien hoe zingen mensen bijeen brengt en met elkaar verbindt. De vreemden van de vrijdagmiddag nu getransformeerd tot de knuffels van zondagmiddag. Als dat niet mooi is.

Het abdijhoeve team zwaaide ons uit via de moderne media. Ook mooi !

Henk van der Veen, Rotterdam, 23 januari 2024.

En voor wie wil: Om Dum Durgaya













donderdag 4 januari 2024

Anselm Kiefer in Voorlinden.

 Anselm Kiefer.......Bilderstreit.

Wat een diversiteit, wat een tomeloze energie en moed. Van monumentale werken als verwerking van het Duitse verleden tot recente werken die reflecteren op kosmos en spiritualiteit. Mythe, historie, poëzie en filosofie ineen geweven.  Lood, goud, graan en tal van andere materialen....een bijna onwerelds geheel.

Vandaag was het opnieuw een natte dag en daardoor ook een mooi moment om Museum Voorlinden in Wassenaar te gaan bezoeken. En eenmaal op de parkeerplaats aangekomen: ik was niet de enige met deze gedachte. Wel bleef iedereen in de auto wachten tot de zoveelste wolkbreuk gepasseerd was. Immers het museum ligt op enige loopafstand.

Ik was gelukkig vroeg ( 11.00 uur ) en zelfs toen stond er al een lange rij bij de kassa's. Dankzij mijn online reservering kon ik soepel doorlopen en nog snel een gaderobekastje veroveren ( rond 12.00 uur waren die goud waard ). Ik was er klaar voor.........

De eerste binnenkomst bij Kiefer was indrukwekkend: stapelingen van zware loden platen, een enorm schilderij van een gebouw in verval. Letterlijk en figuurlijk zware beelden.

 Iets verder belandde ik in een korenveld. In de zaal.....

Ja met graan en het oogsten van graan heeft Kiefer wel het een en ander. Soms op het macabere af.

Ook indrukwekkend zijn de doeken door hun materiaalgebruik. Groot, grof, een echt materiewerk. De korenschoven zijn op het doek belandt. De gouden kleur van het graan geeft het geheel glans. Met deze werkwijze ( meer de metselaar dan de schilder ) voel ik me sterk verbonden.

Die verbinding ervaar ik ook bij het onderstaande werk. Ooit maakte ik een soortgelijk verwerkingsschilderij bij het overlijden van een dierbare.

Ervaringen beeldend vorm te geven zie ik ook terug in zijn "dagboeken". En dat zijn er heel veel. De bladen bestaan uit platen triplex die beschilderd zijn. Ze staan in vele vitrines en geven een indrukwekkende uitstraling van Kiefers creativiteit.


Anselm heeft ook iets met fietsen. Hij verzamelde talloze oude fietsen ( uit de Tweede Wereldoorlog ? ) en doet daar van alles mee. Plaatst ze in een schilderij, brengt extra accessoires aan ( vleugels ) of test de belastbaarheid.


Verderop wandelen we een winters landschap binnen, dat bij mij onmiddellijk associaties oproept met de recent bekeken HBO-serie Game of Thrones. Dit is de wereld van het Noorden. Achter de Muur bij de Wildlingen.

Het is een collage van schilderijen en objecten die zijn samengevoegd tot deze kille en unheimische wereld.


Kiefer gebruikt dikwijls vuur in zijn werk. Om dingen te vernietigen ( waardoor een nieuw beeld ontstaat ) of om materiaal te kunnen plooien.


Dikwijls op een wat overdonderd formaat. Zo ook zijn houtsneden.

Na al dit indrukwekkende en ook veelal sombere werk was het leuk om nog even naar een paar highlights van Voorlinden te gaan, zoals het zwembad van Leandro Ehrlich. Altijd een bron van plezier en verwondering.


En het van grote platen corten staal gemaakte "doolhof"van Richard Senna.



Of het wachten bij de kleine liftdeurtjes, wat altijd blijft fascineren al gaat er nooit iemand of iets in of uit. Dat op zich zou wel leuk zijn natuurlijk. Of kijken of er echt iemand in de klok zit die de tijd bijhoudt.

Ach, er viel nog zo veel te zien. Maar intussen was het zo ongelofelijk druk aan het worden dat er meer mensen dan kunsten in beeld kwamen. Wel liep ik nog even langs de fraaie museumwinkel waar de commercie voluit beleefd kon worden m.b.t. hebbedingetjes. Veel van de aanwezige kinderen hadden dat ook ontdekt en daar moest aan voldaan worden.


 
 
Met enige moeite, te midden van de mensenmassa, lukte het mij kastje 77 te bereiken  Snel mijn spullen eruit en naar buiten. Niet direct zoals iedereen naar de parkeerplaats, maar rechtsaf het bruggetje over, de duinen in. In het restaurant hier stond overigens ook iedereen in de rij.



Wassenaar, Rotterdam, 4 januari 2024.