zaterdag 25 juli 2015

Zomaar een dag op de Welberg



Ik vond het een goed idee toen oma Inge mij vroeg of ik bij haar wilde komen logeren op de Welberg. Thuis is het altijd heel gezellig en ik vind het ook fijn om eens een paar dagen alle tijd voor jezelf te hebben en de dingen te doen waar ik anders geen tijd voor heb.


Bij oma is dat altijd een all inclusive vakantie. Ik heb er een eigen kamer, een landschapstuin, gratis eten en drinken en als het nodig is koopt zij spullen en gereedschap voor mij zodat ik mijzelf verder kan ontwikkelen.


Na een paar dagen waarin weer van alles gebeurde en we van alles deden ( zoals zwemmen, een kijkdoos maken en leiding geven aan de Minions ) kwam ook opa Henk op visite.
Hij stapte uit de auto en kwam zo te zien net terug uit Frankrijk, want hij had 2 grote zonnebloemen bij zich die hij een naam had gegeven.


 We kregen er allebei een en nadat we er een tijdje blij mee hadden rondgelopen zette oma ze in een vaas voor het raam, zodat ze konden zien wat wij daar allemaal deden.
Henk houdt nogal van een groentesoepje en dus had ik die de dag tevoren met zorg klaargemaakt. Hij vond het er heel lekker uit zien. Vrolijk ook.


Na een sappige “kinderkoffie” gingen we de tuin in om de eerste pruimen van het seizoen te plukken en nadat opa de boom wat uitgegraven had, plukten wij een kleine maar smakelijke oogst.


Oma Inge had inmiddels ook de “boom met de kleine peertjes” aangesproken en dat werd dus een heerlijke proeverij, waarbij ik leerde dat je die kleintjes qua rijpheid goed in de gaten moest houden.


Daarna ging ik mijn planning voor de middag maken en mocht ik roepen wat er nu getekend moest worden. Henk tekende dat dan en en dan leek het nog ook. Opa werd zo een soort super-minion.


Na een uitgebreide lunch op het zonnige terras ben ik een tijdje gaan lezen op mijn kamer, tot ik wat slaperig werd en weer naar beneden ging om te zioen wat er in de snurkerij gebeurde.
Met enthousiasme maakte ik iedereen wakker en konden we beginnen met de volgende activiteit: een opleiding tot brandweervrouw. Niet onbelangrijk omdat het goed  is je al jong te oriënteren op je toekomstmogelijkheden. En brandjes, die zijn van alle tijden.

Nadat oma mij had laat te zien hoe je moest vullen, uitrukken en blussen deed ik dat zo goed mogelijk na. Creatief als ik ben ontwikkelde ik al snel mijn eigen methode, het zgn. “detailblussen”.

Het lijkt op aquarelleren, maar vraagt meer concentratie.

Intussen had Opa Henk zich in de relaxstoel van oma gehesen om naar de Tour de France te kijken. Nou wat gingen die fietsers hard naar beneden. Dat wilde ik wel zien.

Eerst was het spannend, maar al snel werd het heel leuk.
Ik was dan die ene met dat bruine shirt die voorop reed en Henk was die met de gele trui. 


Die deed zijn best mij te pakken, maar dat lukte mooi niet.
In de haarspeldbochten bewogen opa en ik soepel mee. Zo was het alsof wij echt van de berg af gingen.


Ondertussen was Oma de etenszakjes aan het klaarmaken ( rode aardappeltjes, roze zalm, groenetrui boontjes en salade ). Het viel niet mee om na zo’n fietstocht ( en mijn succes daarin ) op mijn gemak te eten. Ik zat zogezegd “nog steeds op de fiets, in de meest wonderlijke houdingen “.


Toen zei oma dat er morgen weer een etappe zou zijn en dat ik daar beter goed uitgerust aan kon beginnen. Dat vond ik een wijs besluit en moeiteloos gaf ik mij in bed over aan een nieuwe afdaling ( natuurlijk pas nadat oma het tourjournaal had voorgelezen ).
. Dit keer fietste ik in droomland.

woensdag 22 juli 2015

Zomercolumn: de inname van Brielle.

dinsdag 21 juli 2015

De inname van Den Brielle en omgeving.
Onverwachts door een advertentie bij Buienradar kwam Brielle weer in beeld. 


Recent op bezoek in Vierpolders had ik de toren van de St. Catherijnekerk in de verte gezien, maar daar bleef het bij. Nu las ik iets over een bluesfestival op zondag.
En waar de blues is…….daar ga ik poolshoogte nemen.

Onderweg dronk ik alvast veel water. Tenslotte was ik vandaag een beetje Watergeus en het was zonnig, droog, warm en winderig weer. En ik zou ook nog gaan presteren.
 Dit in combinatie met een bezoek aan het strand van Oostvoorne, waar ik ooit in een inmiddels ver verleden  ( toen alles nog mocht ) met mijn nieuwe Renault 5 had vastgezeten. En dat terwijl het vloed werd.


Nog langer geleden -  ik kon toen al wel lopen – gingen we met het gezin een dagje Brielle doen. Iets met een processie en martelaren ? Of was dat Gorkum ? Flarden van beelden zijn er van blijven hangen. Tijd dus ook om mijn herinneringen op te frissen.

Mijn auto kon ik gemakkelijk kwijt bij Albert Heijn en een heer wees mij linea recta de weg naar het centrum en de St,Catherijnekerk, die helaas nooit was afgebouwd: verticaal en horizontaal.
 Het zag er goed uit: er waren exposities van Juke Hudig ( mij niet onbekend ) n.a.v. het boek Job en eentje over vriendschap. Daarnaast kon ik voor een euro de kerk bekijken en ………..de toren beklimmen ( wel op eigen risico ). De deal was snel gesloten.

En daar stond ik dan: aan de basis. 57 meter hoog en 318 treden. Gewoon beginnen dacht ik en tussendoor even op adem komen. Halverwege begon ik te verlangen naar het einde. Iets verderop vroeg ik mij af of een draagbaar hier te gebruiken was en of ambulancebroeders een goede conditie hadden.


 Bij trede 300 dacht ik aan een AID en reanimatie. Waar was ik aan begonnen ? Mijn hart was hoog in mijn keel voelbaar, ontsteeg mij voor korte tijd en was als eerste boven. Een bijzondere ervaring.

Na enige herstelfase was het uitzicht beslist de moeite waard. De toren was nooit helemaal afgebouwd ( gelukkig maar ), maar had wel een soort puntdak met daarboven een gouden schip, glanzend in de zon.

Na de fotosessie mocht ik weer naar beneden. Boven mij hoorde ik een kind roepen: Pappa ik word zo duizelig. Pappa was het ook. Het was hier net als in de Efteling. Het ziet er leuk uit en toch voelt het anders.

Een tikkie misselijk belandde ook ik bij prachtige pastels van Juke Hudig. Vrolijk waren ze niet en wat mij opviel was dat ik de enige “hond” was die ernaar keek. Ja het boek Job is niet trendy. En dan ook nog tussen de vele graven in de vloer.


Eenmaal buiten besloot ik een stukje van de wallen te doen en dat was mooi. Hier en daar een verdwaald kanon en een hermetisch afgesloten Kruithuys. Albert Heijn was wel open en zo reed ik Den Briel weer via de drukke en ook krappe uitgangspoort uit.


Terwijl ik in de auto The Beachboys met Good Vibrations opzette, spoedde ik mij naar het strand. Nou ja, er waren wat afgesloten wegen, maar uiteindelijk bereikte ik het Brielsche Meer. Tijd voor de lunch en verse homemade koffie.
Het strand aan het Brielsche Meer viel voor mij al snel af, want er werd veelvuldig hard in kinderen genepen, want het gekrijs was niet van de lucht.


Maar wat wil je met uitzicht op de Botlekbossen ?


Snel spoedde ik mij naar het zeestrand: groot, stil en heel veel eb ( Cornwall moet binnen bereik gelegen hebben ). Verder waren er wat kitesurfers die geen tijd hadden om te gillen: er moest bij deze wind hard gewerkt worden.


Ik besloot mij, ongeacht de duur, over te geven aan het eblopen. Ik waande mij in Normandië en de duinen waren nog slechts een streep aan de horizon. Hier moesten mijn schoenen uit en begon het water. In de verte lag een gele boei.


Normaal zwem ik graag naar zo iets toe, maar veel te zwemmen viel er niet. Wandelen dat wel.


Het opkomende water begon even later mij achtergelaten schoenen te bedreigen en ik keerde de boei mijn rug toe en liep richting vasteland, Een stukje via een natuurbeschermd strand………na afloop lukte het mij niet de kleverige olie van mijn anders zo frisse nageltjes te verwijderen.
Nog voor de avondspits bereikte ik het Ommoordse. De zilte zeewind zat nog in mijn snor, de olie aan mijn voeten, het mulle zand in mijn broek en schoenen.
Het was een mooie excursie 


( op die ene automobilist na, dat was echt een lelijkerd ).

Henk.

Surfin' U.S.A.

Zomercolumn : En route.

In mijn geleende Dacia Dokker, provisorisch ingericht als mini-camper, begaf ik mij in eerste instantie naar Rochefort in België waar Rik en Agnes een familiechalet hadden betrokken.
Ik had boven een kleedkamer met uitzicht op mijn slaapkamer beneden.
En ik viel met mijn neus in de beurre, want het was etenstijd en in een soepele samenwerking kwam een avondmaal tot stand met een grote diversiteit aan producten.
 Gezellig !
Na het avondeten nam Agnes mij mee naar het bos dichtbij het huis. Daar liep zij als kind al te wandelen en ontmoette ze in die tijd veel herten. Ook nu gebeurde dat. Zij stond erbij alsof zij haar herkende.
En na deze reis door verleden in het heden was het tijd om terug te gaan. R. had de Trappist al koud staan en wij sloten aan bij de gezelschapsspelen aan tafel.
De volgende dag na het ontbijt ging ik even kijken in Rochefort zelf. Ik waande mij terug in de 60 'er jaren ( behalve het betaald parkeren ). Mij sprak het niet aan en ik besloot verder te rijden naar het klooster van Chevetogne, alwaar "les moines de Chevetogne"zulke mooie cd's maken.
 Het was er heel stil, maar de deurstond open. 
Dus ging ik naar binnen en belandde plotseling in een Grieks-Orthodoxe wereld vol ikonen en goudbeslag.
Ook waren er afbeeldingen van engelen, die wel heel goed in hun vleugelen zaten.
Wel complex als het op vliegen aankomt.
Aan de andere zijde van het complex was nog een kerk, een latijnse. 
Via een "hemelse" trap kwam ik daarboven. Mijn paraplu achterlatend ( ja het regende voor het eerst sinds weken ), in de hemel is het immers droog.
Soberheid en stilte alom.
En zoals dat gaat: daarna weer via de trap naar beneden. Terug naar de aarde.
Inmiddels had A. haar programma voor diezelfde avond definitief samengesteld. Zij was gevraagd om op een château in de buurt een mantra-avond te geven voor de daar aanwezige cursisten. Dat zag er in aanleg goed uit en ik vond het leuk om mee te gaan.
 Helaas werd het geen zingen bij het beoogde kampvuur, werd er niet gezwommen in het meer, niet gezond op het terras en werd het beloofde diner vervangen door een broodmaaltijd.
Dat laatste kwam niet door het plotseling veranderde weer.
 In plaats daarvan werd er in de grote tuinsalon een vuur in de open haard gemaakt. De ruimte was gevuld met allerlei historische banken en stoelen, waar cursisten zich overgaven aan het uitpuffen van de de dag of van de broodjesmaaltijd. 
In het midden wat jeugd met hun tabletjes.
 Nu niet direkt een ambiance voor een mantra-avond.
 Het werd al maar drukker en drukker en een dame nestelde zich languit liggend op een ligstoel  in het midden voor de haard ( de barones zelf ? ). Inmiddels werden er meer stoelen geïnstalleerd en nam de lokale goeroe het woord:
A. en ik waren stembevrijders die er een mooie avond van zouden maken en wie daarna naar de sauna wilde: daar en daar lagen de handdoeken.
Daar ik mezelf zeker niet als stembevrijder had aangekondigd ( meer als iemand die zingt met een bevrijde stem ) kwam deze presentatie mij vreemd over.
 Inmiddels hadden wij een aantal teksten op de flapover gezet en begon A. met haar workshop.
Dat ging in het begin heel goed, de lamme op het bed kwam overeind ( spontane genezing ), de tabletkinderen zongen halfbewust mee ( een wonder ) en de heen en weer rennende oudere heer kwam tot stilstand ( een mijlpaal ).
Alleen de stoker rende regelmatig door het klankbeeld. Hij had één focus: vuur.
Respect voor wat er verder gebeurde was hem onbekend.
 Nu is het zingen van mantra's ( in welke cultuur dan ook ) het aanroepen van het hogere, het spirituele, zo men wil het goddelijke. Liefst doe je dat natuurlijk met echte liefhebbers in een gepaste omgeving.
Een deel van het publiek werd echter nerveus, bang of schoot in de weerstand bij "Gospodie Pomilou" ( in Chevetogne zingen ze dat wel 3 keer per dag ). 
En terwijl een geïnspireerde A. het gezelschap daarin meenam ging links van het midden de weerstand over in opstand en onderbroekenlol.
"Help" van de Beatles te zingen ( op zich ook een roep om bijstand ) was hun middel om hun nood uit te schreeuwen.
De sfeer kantelde en kwam op het niveau van een kampvuursingalong-avond.
Dat was echter niet de afspraak met de grote cursusleider ( in wiens persoonlijkheid ook van een "misleider"  sprake bleek te zijn ).
Spijtig voor A., die met alle inzet hieraan gewerkt had.
 Anderzijds waren alle harten nu wel geopend en dat is op zich een prestatie !
De volgende ochtend, na een bezoek aan de warme bakker waar de verkoopsters zo mooi zijn met glanzende ogen en zachte zomerharen ( ja mantra zingen heeft veel mooie kanten ), spoedde ik mij naar de Haute-Sâone, waar ik rond 16.00 uur op de rustige camping belandde.
Die rust werd helaas wat verstoord door de kinderen van passanten, die na 12 uur in warme hogedrukpan extreme expressie aan hun gevoelens gaven.
Snel rende ik met maïsveld in en kon weer genieten van de wijdsheid van het zomerlandschap.
 In de dagen daarna werd natuur mijn grootste ijkpunt. Heerlijk zitten, lezen, wandelen, slapen en camper opruimen in een relaxte en groene omgeving. Bij dat wandelen door de wilde wouden liet ik wel sporen na. Verdwalen leek mij niet zo aantrekkelijk.
Af en toe ontmoette ik een van de lokals, zoals Ralf ,hard aan het werk in zijn moestuin ( of was het de tuin van zijn moeder ? ).
Ontdekte ik dat hout hier wel een belangrijk bestaansmiddel is.
Er magische hooicirkels op de hoge gebieden lagen.
Er een verborgen hennepplantage was.
Met heel veel dorst.
 De koster soms een wel erg grote woning aan de kerk heeft gebouwd.
Een grote straat soms in een klein dorpje kan liggen ( La Rochelle ).
Je als gefortificeerde kasteelheer elke ochtend bij het ontbijt van een heerlijk uitzicht kunt genieten.
Je kunt ook gemakkelijk de vijanden zien aankomen.
 Datzelfde geldt voor Eric en Jenny bij het avondeten ( zie ook Zomercolumn 2 ).
Die hebben uitzicht op naderende vrienden.
Tenzij er natuurlijk culinair geconsumeerd wordt.

Ondertussen werkte Eric aan de uitbreiding van de accomodatie.
Nu wonen er nog zwaluwen en zo te zien is het er goed wonen.
Bierbrouwers op soms onverwachte plaatsen voorkomen.
Dit geen bijzondere schapen zijn, maar lama's. 
Die worden gehouden voor de melk, de wol en voor het gewone aaien.
Ja, het was weer een mooie reis. Wellicht minder avontuurlijk als voorheen. 
Anderzijds de zomer is nog lang. 
Zo zag ik weer eens bevestigd dat....... er elke dag na het ondergaan steeds weer een nieuwe zon komt.
Henk.
Bourguignon Les Morey, juli 2015.
A Rigaud
France