woensdag 22 juli 2015

Zomercolumn : En route.

In mijn geleende Dacia Dokker, provisorisch ingericht als mini-camper, begaf ik mij in eerste instantie naar Rochefort in België waar Rik en Agnes een familiechalet hadden betrokken.
Ik had boven een kleedkamer met uitzicht op mijn slaapkamer beneden.
En ik viel met mijn neus in de beurre, want het was etenstijd en in een soepele samenwerking kwam een avondmaal tot stand met een grote diversiteit aan producten.
 Gezellig !
Na het avondeten nam Agnes mij mee naar het bos dichtbij het huis. Daar liep zij als kind al te wandelen en ontmoette ze in die tijd veel herten. Ook nu gebeurde dat. Zij stond erbij alsof zij haar herkende.
En na deze reis door verleden in het heden was het tijd om terug te gaan. R. had de Trappist al koud staan en wij sloten aan bij de gezelschapsspelen aan tafel.
De volgende dag na het ontbijt ging ik even kijken in Rochefort zelf. Ik waande mij terug in de 60 'er jaren ( behalve het betaald parkeren ). Mij sprak het niet aan en ik besloot verder te rijden naar het klooster van Chevetogne, alwaar "les moines de Chevetogne"zulke mooie cd's maken.
 Het was er heel stil, maar de deurstond open. 
Dus ging ik naar binnen en belandde plotseling in een Grieks-Orthodoxe wereld vol ikonen en goudbeslag.
Ook waren er afbeeldingen van engelen, die wel heel goed in hun vleugelen zaten.
Wel complex als het op vliegen aankomt.
Aan de andere zijde van het complex was nog een kerk, een latijnse. 
Via een "hemelse" trap kwam ik daarboven. Mijn paraplu achterlatend ( ja het regende voor het eerst sinds weken ), in de hemel is het immers droog.
Soberheid en stilte alom.
En zoals dat gaat: daarna weer via de trap naar beneden. Terug naar de aarde.
Inmiddels had A. haar programma voor diezelfde avond definitief samengesteld. Zij was gevraagd om op een château in de buurt een mantra-avond te geven voor de daar aanwezige cursisten. Dat zag er in aanleg goed uit en ik vond het leuk om mee te gaan.
 Helaas werd het geen zingen bij het beoogde kampvuur, werd er niet gezwommen in het meer, niet gezond op het terras en werd het beloofde diner vervangen door een broodmaaltijd.
Dat laatste kwam niet door het plotseling veranderde weer.
 In plaats daarvan werd er in de grote tuinsalon een vuur in de open haard gemaakt. De ruimte was gevuld met allerlei historische banken en stoelen, waar cursisten zich overgaven aan het uitpuffen van de de dag of van de broodjesmaaltijd. 
In het midden wat jeugd met hun tabletjes.
 Nu niet direkt een ambiance voor een mantra-avond.
 Het werd al maar drukker en drukker en een dame nestelde zich languit liggend op een ligstoel  in het midden voor de haard ( de barones zelf ? ). Inmiddels werden er meer stoelen geïnstalleerd en nam de lokale goeroe het woord:
A. en ik waren stembevrijders die er een mooie avond van zouden maken en wie daarna naar de sauna wilde: daar en daar lagen de handdoeken.
Daar ik mezelf zeker niet als stembevrijder had aangekondigd ( meer als iemand die zingt met een bevrijde stem ) kwam deze presentatie mij vreemd over.
 Inmiddels hadden wij een aantal teksten op de flapover gezet en begon A. met haar workshop.
Dat ging in het begin heel goed, de lamme op het bed kwam overeind ( spontane genezing ), de tabletkinderen zongen halfbewust mee ( een wonder ) en de heen en weer rennende oudere heer kwam tot stilstand ( een mijlpaal ).
Alleen de stoker rende regelmatig door het klankbeeld. Hij had één focus: vuur.
Respect voor wat er verder gebeurde was hem onbekend.
 Nu is het zingen van mantra's ( in welke cultuur dan ook ) het aanroepen van het hogere, het spirituele, zo men wil het goddelijke. Liefst doe je dat natuurlijk met echte liefhebbers in een gepaste omgeving.
Een deel van het publiek werd echter nerveus, bang of schoot in de weerstand bij "Gospodie Pomilou" ( in Chevetogne zingen ze dat wel 3 keer per dag ). 
En terwijl een geïnspireerde A. het gezelschap daarin meenam ging links van het midden de weerstand over in opstand en onderbroekenlol.
"Help" van de Beatles te zingen ( op zich ook een roep om bijstand ) was hun middel om hun nood uit te schreeuwen.
De sfeer kantelde en kwam op het niveau van een kampvuursingalong-avond.
Dat was echter niet de afspraak met de grote cursusleider ( in wiens persoonlijkheid ook van een "misleider"  sprake bleek te zijn ).
Spijtig voor A., die met alle inzet hieraan gewerkt had.
 Anderzijds waren alle harten nu wel geopend en dat is op zich een prestatie !
De volgende ochtend, na een bezoek aan de warme bakker waar de verkoopsters zo mooi zijn met glanzende ogen en zachte zomerharen ( ja mantra zingen heeft veel mooie kanten ), spoedde ik mij naar de Haute-Sâone, waar ik rond 16.00 uur op de rustige camping belandde.
Die rust werd helaas wat verstoord door de kinderen van passanten, die na 12 uur in warme hogedrukpan extreme expressie aan hun gevoelens gaven.
Snel rende ik met maïsveld in en kon weer genieten van de wijdsheid van het zomerlandschap.
 In de dagen daarna werd natuur mijn grootste ijkpunt. Heerlijk zitten, lezen, wandelen, slapen en camper opruimen in een relaxte en groene omgeving. Bij dat wandelen door de wilde wouden liet ik wel sporen na. Verdwalen leek mij niet zo aantrekkelijk.
Af en toe ontmoette ik een van de lokals, zoals Ralf ,hard aan het werk in zijn moestuin ( of was het de tuin van zijn moeder ? ).
Ontdekte ik dat hout hier wel een belangrijk bestaansmiddel is.
Er magische hooicirkels op de hoge gebieden lagen.
Er een verborgen hennepplantage was.
Met heel veel dorst.
 De koster soms een wel erg grote woning aan de kerk heeft gebouwd.
Een grote straat soms in een klein dorpje kan liggen ( La Rochelle ).
Je als gefortificeerde kasteelheer elke ochtend bij het ontbijt van een heerlijk uitzicht kunt genieten.
Je kunt ook gemakkelijk de vijanden zien aankomen.
 Datzelfde geldt voor Eric en Jenny bij het avondeten ( zie ook Zomercolumn 2 ).
Die hebben uitzicht op naderende vrienden.
Tenzij er natuurlijk culinair geconsumeerd wordt.

Ondertussen werkte Eric aan de uitbreiding van de accomodatie.
Nu wonen er nog zwaluwen en zo te zien is het er goed wonen.
Bierbrouwers op soms onverwachte plaatsen voorkomen.
Dit geen bijzondere schapen zijn, maar lama's. 
Die worden gehouden voor de melk, de wol en voor het gewone aaien.
Ja, het was weer een mooie reis. Wellicht minder avontuurlijk als voorheen. 
Anderzijds de zomer is nog lang. 
Zo zag ik weer eens bevestigd dat....... er elke dag na het ondergaan steeds weer een nieuwe zon komt.
Henk.
Bourguignon Les Morey, juli 2015.
A Rigaud
France

Geen opmerkingen:

Een reactie posten