zondag 25 februari 2018

Ninivé in het Leids Oudheidkundig Museum.

Ninivé.


Het was een mooie dag om samen met Albert een culturele excursie te doen in Leiden. Na het wegstrepen van diverse mogelijkheden viel onze keuze op het Museum van Oudheden: Ninivé.
Het werd een lange tocht vol ontberingen door de Leidse binnenstad. Nergens was een parkeerplaats voor ons en door wanhoop gedreven gingen wij uiteindelijk heel diep ondergronds in de Lammermarkt.
 Hypermodern, splinternieuw en met een duidelijke bewegwijzering.
Daarna was het nog een steenworp lopen tussen de velen die vandaag Leiden ook als doel hadden gekozen.
Na al het rondwachten in de stad en de wandeling door de Siberische kou was het fijn om de behaaglijkheid van het museum binnen te gaan. Een aardige dame van Oosterse oorsprong gaf ons namens de Bankgiroloterij gratis toegang ( een Niniveetje ) en dat kwam goed uit.
Na een prima cappucino en hartige broodjes liepen wij ons eerst warm in de tempel die in de centrale hal geplaatst was. Dat zag er stevig uit en er hing zelfs een soort vliegend hart ( op weg naar de hemel ) boven de poort. Een tikkie beschadigd , dat wel.
 Ninivé lag vandaag op de eerste etage en daar wij allen niet zo vlot ter been meer zijn, maakten wij gebruik van een zeer geduldige ( lees: trage ) lift. Bij binnenkomst konden we kiezen: op gewoon rondlopen, lezen en innemen of met een soort tape-recordje alles meteen gaan begrijpen.
De tape kon je activeren onder het portret van de eerste grote koning van Assyrië, zodat het wonder was om tussen alle activeerders er nog een foto van te maken. Even verder was een video-animatie te zien over Ninivé. Deze kun je in het hieronderstaande blog bekijken.
Het zou een prachtige luxe stad geweest zijn met alom beplantingen. Met tuinen en waterpartijen. Natuurlijk alleen voor de toppers van Assyrië. En hun bewakers. Rond de stad zou een hoge muur van 12 kilometer zijn geweest. Ja, Ninivé was ( heel lang ) onneembaar.
 Het was overigens, ondanks hun voor die tijd hoogstaande beschaving, een behoorlijk agressief volk. In de vele overgebleven afbeeldingen wordt veel met wapens gezwaaid. Omringende volken werden verslagen en gedeporteerd. De mannen konden kiezen: de dood of soldaat worden. Dat leverde een heel groot leger op.
En een heel groot rijk, dat zich uitstrekte van Egypte, Palestina, Babylonië tot aan de Perzische Golf.
 Buiten zag het er allemaal heel verzorgd uit, terwijl het binnen dikwijls een nogal wilde boel was, met name onder Assurbanipal.
Voor de God van de Joden aanleiding om de profeet Jonas naar Ninivé te sturen: het gesodomieter moest zo snel mogelijk stoppen anders zou Ninivé door Gods vuur getroffen worden.
Jonas vond zijn rol van boodachapper niet fijn, voer de andere kant op, maar werd in een storm over boord gezet, alwaar een passerende walvis hem opslokte en drie dagen later weer uitspuwde. Voor Jonas reden om toch maar te gaan en zijn boodschap werkte in ieder geval  tijdelijk.
De Assyriërs hadden ook reeds een manier van schrijvend communiceren, namelijk met spijkerschrift. Het stond op stenen tabletten, beelden en zelfs op vloertegels.
De steenhouwers waren uitermate bedreven en wisten met eenvoudige middelen prachtige structuren te maken. Structuren die ook in deze tijd nog als voorbeeld dienen.
Albert, dank voor deze bijdrage.
 En toen doemden de toch wel meest bekende beelden uit de Assyrische cultuur op:
Aan weerszijden van de stadspoorten en paleiskamers stonden reusachtige LAMASSUS, gevleugelde leeuwen. Zij beschermden ieder inwoner en bezoeker. 
Anderzijds waren ze ook imponerend en intimiderend. Om er zowel van de voorkant als van de zijkant er zo realistisch mogelijk uit te zien, kregen ze 5 poten.
In 2015 gingen IS-hooligans deze 3000 jaar oude beelden te lijf met klopboren. Gelukkig hadden de Engelsen er al een aantal veiliggesteld voor het British Museum. Hier in Leiden stonden replica's.
In 612 voor Christus werd Ninivé geheel met de grond gelijk gemaakt door een coalitie van Meden, Perzen en Chaldeeërs ( Babylon ). Dat hadden de Assyriérs in de eeuwen daarvoor heel goed voorgedaan bij door hen veroverde steden. De stad verdween onder het zand, de verhalen gingen verder.
 We praten nu over de regio Mosul in Irak. Wat het vernietigen van steden betreft is er dus hier en in Syrië weinig veranderd.
 Na dit dramatische einde van zoveel schoonheid, wellust, hoogmoed en decadentie leek het mij een leuk idee onszelf op te vrolijken met de steles op de bovenste etage.
Daar tussen de dakpannen was het ook architectonisch goed toeven.
En terwijl ik na het genieten de lift naar beneden nam gaf Albert mij een demonstratie van soepel trap af lopen. Zo snel, dat toen ik met mijn trage lift beneden was gekomen, hij al een heel eind op weg naar huis was. Niet helemaal natuurlijk: glimmend trof ik hem in de hal bij de tempel waar onze reis begonnen was.
Het was weer mooi geweest.



woensdag 14 februari 2018

Van glashelder tot heel mat: Royal Cristal Leerdam.

Glas blazen.
 
Ik had er zin in. Om naar Leerdam te gaan. Naar de glasblazers en het glaswerk.
Nu waren de recensies van het Nationaal Glasmuseum niet geweldig, wel die van de Glasblazerij en van Royal Christal Leerdam. Alles gelegen aan de Lingedijk, langs de Linge. En aan de Zuidwal.
Na wat gezoek op de dijk kwam ik - via een Bijbelgenootschap - uit op een gunstig gelegen parkeerplaats vlakbij de Royal Christal fabriek. Na een korte lunch stapte ik binnen in de plaatselijke winkel. Een mooi geheel met veel gekleurde objecten, die de ruimte hadden gekregen om te zijn: in schoonheid.


 Als enige bezoeker werd ik hartelijk ontvangen door twee lieve dames, die mij onmiddellijk iets te drinken aan boden en er ontspon zich een leuk gesprek over glasobjecten en ik verwees hen naar Galerie Etienne in Oisterwijk, waar zij vreemd genoeg nooit van gehoord hadden.
Ik mocht vrijuit fotograferen en toen ik melding van mijn blog maakte werden ze nog enthousiaster: ik kon namelijk om 13.00 uur meegaan met de rondleiding. Dat kostte 10 euro.
Ik twijfelde tussen hier de fabriek in of op de tribune in de Glasblazerij. Na een korte tweede lunch in het zonnetje in de auto besloot ik mee te doen.
Tegen 13.00 uur had zich een gezelschap van ongeveer 16 personen gevormd en wij werden meegenomen door een wat "strenge" dame ( langs de gele lijnen lopen ! - dat moet van de Amerikanen ) die goed van de tongriem gesneden was en zo te zien alles goed had voorbereid. En zo stapten wij het laatste stuk van de oude glasblazerij ( eind 19de eeuw ) binnen. De rest was opgekocht door Amerikanen die flessen en massa-glaswerk produceerden.
 Nu dachten wij eindelijk deze fabriek in te gaan, maar mooi niet. We moesten in een koud filmhok, niet al te duister, kijken naar een film over de oude glasblazers. Een uitstervend ras. Op zich niet vreemd want er werd flink gerookt. Ook tijdens het blazen.
Daarna kwam er nog een filmpje over Pim Jacobs die muziek had gemaakt op het ritme van de glasblazerij. Op zich grappig. En daarna ging de dame weer van alles uitleggen over grondstoffen en begon ik tegenzin te ontwikkelen tegen het teveel praten.
 Ik overwoog net om er iets over te zeggen, toen we naar binnen mochten. Daar waren 2 glasblazers actief met het blazen van karaffen. Nu werd het echt interessant, omdat het proces op de voet te volgen was.

 Een homp glas op een holle staaf werd in de gasoven gehouden op 1200 gr. C. Daarna ging de glasblazer blazen tot er soort rommelige basisvorm ontstond. De werd in een zeer natte hardhouten mal gedaan. De mal van de gewenste vorm werd gesloten en de blazer ging al draaiend verder met blazen, temidden van de stoomwolken.
Dat leverde een karaf in de gewenste vorm op, die nog wat nabewerkingen onderging, voordat deze werd losgetikt vande blaaspijp.
De glasblazer nam de karaf vervolgens mee naar een machine waar de bovenkant met plaatselijke verhitting werd afgewerkt.
Dit leverde een karaf op die door de warmte nog geel gekleurd was, maar na afkoeling helder wit zou zijn.
Die koeling vond plaats in de "koeloven" met een temperatuur van 436 gr. C.
Schuifdeurtje open en zo snel mogelijk weer dicht was het motto.
Razendsnel kon ik de inhoud nog net vastleggen.
En toen vond ik het mooi geweest, maar van onze coach moesten we verder naar de slijp- en graveerafdeling, waar niemand was omdat de graveerder ziek was. Ze ging heel gedetailleerd in op alles, deed erg haar best ( vooral voor de 2 aanwezige jonge meisjes ), maar verloor m.i. het contact met de groep. De enige troost lag in wat afgewerkte producten.
Wij wilden koffie i.p.v. niet graveren en slijpen. Ook waren er geen stoelen, nou ja , één, maar die zat zwaar onder het stof. Wat later werd ons het verschil tussen kristal en glas uitgelegd ( de koning drinkt natuurlijk uit kristal en eet van Delfsblauwe borden ).
Het verschil zat in de grondstof: in kristal zit lood en potas. Daarom zou dat glas zo zwaar zijn. Loodzwaar ? Ik heb er mijn vraagtekens bij.
Na 1,5 uur mochten wij terug naar de winkel. Toen ik daar binnenkwam viel het mij op dat het vuur en het plezier waarmee ik mijn reis begonnen was, totaal weg was. Zelfs de 2 stralende dames van het begin ervoer ik anders. Ik was inmiddels bek af van de te lange woordenstroom en het wachten. Een uur was voor mij beter geweest.
De glans was er bij mij  af. Ik voelde me gematteerd en verliet het pand.

Pas bij het zien van de foto's en het schrijven van dit blog kwam het plezier weer terug en werd mij weer duidelijk dat ik ga voor ervaringen en veel minder voor verklaringen.
Zoiets als deze schaal. Schoonheid, de woorden voorbij.
Hulde aan de blazers.
 Leerdam, 14 februari 2018.





dinsdag 13 februari 2018

Mette op vakantie.......

Mette op vakantie.
 
Eindelijk was het vakantie en kon ik bij oma in Bergen op Zoom gaan logeren. Ja, soms duurt wachten wel lang. Maar nu niet meer: Ik ben op vakantie !!!!!
Toen oma mij in Leerdam kwam ophalen had zij gelijk al een leuke verrassing: Het Nationaal Glasmuseum. Daar waren we nog nooit geweest en ik kan zeggen: het is er heel mooi.
En omdat ik veel verstand heb van kleuren kon ik dubbel genieten.
We gingen kijken hoe de glasblazers aan hun naam kwamen: door glas te blazen. 
Logisch toch!
Een glasblaaster maakte eerst een bol glas aan een stok gloeiend heet in de oven en dan ging ze blazen tot het eruit zag als een ballon. Knap hoor.
Er waren niet alleen maar glazen en vazen, neen er waren ook kunstvoorwerpen van glas en toen ik dan ook zo'n glasmannetje tegenkwam, probeerde ik me in te leven hoe hij zich voelde. Die techniek heb ik in Museum Boymans heel gemakkelijk onder de knie gekregen.
Je gaat zo'n figuur dan echt beter begrijpen.
Oma vond die gekke vaasjes erg leuk. Die zouden erg leuk staan in haar nieuwe huis. Ze wilde er dan ook graag een foto van maken.
De volgende dag kwam opa Henk langs en dan weet je al......dat wordt knippen en plakken. Hij had een nieuwe voorraad versneden schilderijen meegebracht en al snel leerde hij mij hoe je van oude kunst een nieuw kunststukje kunt maken. Erg leuk.
 Al de kleuren die ik gisteren in het Glasmuseum had gezien lagen nu hier op tafel. Nu ja, die glanspapiertjes van oma waren wel apart.
Na de lunch wilden we allemaal naar buiten. Oma ging opnieuw proberen haar geheime plekje terug te vinden, maar dan wel zonder zoeken. Opa dacht heel erg met haar mee, maar mocht niet aan stuur komen. Ik zat achterin gewoon te genieten van alles wat voorbij kwam.
Ja de rollen waren deze middag goed verdeeld.
En na een weloverwogen wanhoopsbesluit.......ouderen noemen dat ook wel intuïtie, kwamen we bij een bospad met een parkeerplek.
Goed oplettend ( we hadden geen brood bij ons ) liepen wij het onbekende bos in, waar oma onmiddellijk ging doen wat zij vroeger dagelijks deed: takken uit de grond trekken.  
Dat deed haar goed, ook al moest ze er hard voor werken ( net als toen ).
Ineens zagen we een grote open plek met gras en water en zon en bomen. Dit was oma's geheime plek. Ineens stonden we er middenin.
Ik ging onmiddellijk op verkenning. Eerst liep ik alleen over mos, dan alleen over bladeren en dan weer door het gele gras. Ja ik hou van variatie op mijn pad.
Bij het meer stopten we even om de fotograven de gelegenheid te geven ons verblijf vast te leggen.
Dat werd dus zwaaien met je handje......
Wat ik heel mooi vond was de kleur van het water. Als de lucht blauw was was het water ook blauw. Als er een grijze wolk kwam, werd het water ook grijs. Ik vroeg mij toen af of het water rood zou kleuren als ik erboven zou gaan hangen.
Henk die meestal het motto gebruikt: "ervaringen, geen verklaringen" was bereid mij vast te houden, terwijl ik boven het water hing.
Hij gebruikte daarvoor de "kapstoktechniek". Ik kon boven het water gaan hangen, terwijl hij mijn kraag en in levensreddende greep hield. Dat voelde heel veilig en zo kon ik er helemaal voor gaan en.........kleurde het meer rood ( nou ja, een stukje. Het was tenslotte een groot meer ).
Ineens zak ik hem staan : mijn lievelingsboom: daar kon ik lekker in klimmen ( niet zo hoog als ik wilde, maar toch ). Ook was er een heel grote tak waarop ik kon gaan zitten en dan bracht opa 'm in beweging. Na 100 keer zei opa dat ik eerst een euro moest geven, omdat "het"op was.
Hij was tevreden met een dennenappel en zo konden we rustig doorgaan.
Ik maakte het nog heel even spannend voor oma door heel snel door het hoge gras te sluipen en zij me niet kon zien. Opa zei dat ik niet in 7 sloten tegelijk zou lopen ( een logische constatering, immers er waren maar 6 sloten ).
En dat klopte, want ook als ik me verstop blijf ik wel opletten dat ik opa en oma niet kwijtraak. Erg vervelend lijkt me dat.

Op de terugweg naar de auto deden we het spel: muts over je eigen en andermans hoofd werpen. Een oud Huissens volksgebruik. Ik was er heel goed in, al zeg ik het zelf.
Toen we thuis kwamen had ik nog een fotosessie waarin ik liet zien dat een appel eten verstandig snoepen is. Jammie !
 Ook heel jammie waren de handgevulde verse erwtensoep en de pannenkoeken, waarvoor oma eerst het beslag maakte. Ik hielp daarbij.
Alles ging goed tot pannenkoek 6. Op mysterieuze wijze vloog de beslaglepel door de keuken, terwijl de kom met beslag zich daaraan vast hield. Oma probeerde nog te redden wat er te redden was en wierp haar ( donkergeklede ) lichaam tussen beslag en vloer.
Dat was heel spectaculair en ik had oma nog nooit zo zwart / wit gezien.
Maar na het poetsen en het nieuwe beslag kwam alles goed en konden we genieten van heerlijke......
spekpannekoeken met stroop of met kaas en stroop, wat ook heerlijk, maar ook wel machtig was.
Na afloop lagen we met dikke buikjes op de bank en konden geen pap meer zeggen. En terwijl oma nog wat doorbakte voor de komende week en opa koffie zette, verdiepte ik mij in de verhalen van Suske en Wiske in Hoogerheide. 

Een uurtje later ging ik fijn slapen en dromen over Carnaval. Een droom die heel misschien wel uit zou komen. En ik moet zeggen: mijn droom zag er heel leuk uit met allerlei kabouters, die in bomen hingen en een liedje zongen over een bloemetjesgordijn. Hoe ze dat nu hebben verzonnen………….?

 De volgende morgen werd ik wakker en toen wist ik het al. Oma was de keuken een grote “weg met dat beslag” – beurt aan het geven omdat zij later als wij thuis zouden komen wel een schone keuken wilde. Wij gingen namelijk naar het Carnaval…………



 Wij kropen door de nauwe, drukke straatjes van de binnenstad, langs de Gedempte Haven om zo op een mooi plekje op de markt te komen. Daar konden we de optocht heel goed zien.
Ook gingen we nog naar de Peperbus, een kerktoren met een boerenkiel aan. Dat zag er best grappig uit.
We hadden heel veel gelopen en heel veel gestaan en dus waren we blij dat we thuis met een kopje thee naar Nanny Phee 2 konden kijken. 
 Als het gevaarlijk werd legde oma uit waarom het ongevaarlijk was ( zij deed dat in haar Nanny McPhee pakje en hoedje, net echt, maar zonder wratjes, zij had immers zoveel goede daden verricht  ) en zo werd het allemaal heel gezellig met een goede afloop.

Het duurde even voordat ik in mijn bedje uitgenannyd en gemacpfeet was, maar toen viel ik in een diepe, diepe, droomvolle slaap. Ik zag iets met vlinders, collages en zo. Ook zou de zon morgen schijnen. Mooi toch.

Mette, Bergen op Zoom, 14 februari 2018