zaterdag 1 juli 2023

Ludieke columns vanuit ballingschap.

 Gevonden Columns.

In het eerste jaar van de corona pandemie verbleef ik enkele weken in redelijke isolatie in de bossen van de Haute Saône. Vriendin Janneke stuurde mij dan elke dag een woord, waarmee ik puur associatief aan de slag ging. Helaas verdwenen ze daarna uit beeld tot ik ze weer tegenkwam bij een tablet opschoning.

Veel leesplezier.


Stoofpeertjes.

Sergio was vanochtend vroeg opgestaan. Het beloofde een lange warme dag te gaan worden. De gemeente Katwijk had voor vandaag alle beschikbare boa's opgeroepen om de te verwachten toestroom van badgasten in goede banen te leiden.
Het bonnenboekje mocht daarbij in de achterzak blijven. Vandaag ging het erom de strandbezoekers te coachen. Zo, voor de spiegel staand, probeerde hij gezag uit te stralen. En met resultaat.
Alleen zijn naamplaatje daar was hij niet zo gelukkig mee. S.Lisboa stond daarop. Ja, zijn vader was van Portugese origine. Sergio Lisboa...... het klonk als een artiestennaam, gekoppeld aan weemoedige fadoklanken.
Vandaag zou dat wel weer zo kunnen zijn. Er was altijd wel een slimme dwarsligger die zijn moeizame spreken in verband bracht met zijn naamplaatje. Het was niet anders.

Vandaag was hij samen met collega Annemiek ingedeeld bij de reddingsbrigade. Vanaf de hoge balustrade hadden zij een goed overzicht over de gebeurtenissen beneden. De reddingswerkers zelf zouden vandaag veelvuldig op muienjacht gaan.

Het strand liep intussen steeds voller en een kakofonie van parasols en badlakens kleurden de anders zo monotone zandvlakte.
Een van de zaken die hen vandaag vooral opviel waren de vele badgasten die naast dikte ook last hadden van vormloosheid. Boven eerst nog smal, maar verder naar beneden steeds verder uitdijend. Peervormig noemde Annemiek dat. Zo zonder kleren en te roodbruin gebrand deed het Sergio aan iets culinairs denken.
Stoofpeertjes, het zijn, nou ja, stoofperen. Annemiek keek hem aan en gunde hem een van haar gulle glimlachen.

Sergio Lisboa, stoofpeercoach . Met dat beeld kon hij leven.

Bourguignon les Morey, 7 augustus 2020 

 


Slagroom.

Zeg maar Piet. De jonge buurman op de camping had hem aangesproken met u en meneer. Dat laatste had hij liever niet, omdat hij dan reflexmatig zijn achternaam noemde: Slagroom. Meneer Slagroom, aangenaam.
Terwijl hij dat zei kromp hij diep van binnen enigszins ineen. Zo gênant !
Dat was altijd al zo geweest. Als kind was hij er veel mee gepest, omdat als zijn vriendjes aan het strand zandtaartjes gemaakt hadden, hij daar boven op moest gaan liggen. Iedereen beaamde dan dat het nu pas echt af was. Piet als "kers op de taart".

In de wasruimte van de camping ontmoette hij haar tijdens het tanden poetsen: een prachtig gevormde dame die uit zacht ebbenhout gesneden leek. Geboeid keek zij naar het breed verspreidde Oral B Sensitiveschuim op zijn mond. Dat deed haar onmiddellijk denken aan de golven van het tropische eiland waar zij ooit geboren was en ooit terug zou keren.
Een hoogwaardige erotische energie vulde de ruimte rond de wastafels.
En er gebeurde iets onweerstaanbaars tussen Piet en Beachy ( zo hoorde hij later ). Dit had Piet nog nooit meegemaakt. Hij kreeg het er warm van. Het zachte, bijna fluwelen ebbenhout plooide zich om hem heen. Dat was nog eens tanden poetsen !
Een volledige overgave leek hem in dit geval het beste ( net als vroeger op het strand, maar nu anders ). Op dat moment heette hij niet alleen Slagroom, hij was de slagroom.

Bourguignon les Morey, 9 augustus 2020.


 

Ochtendjas..

Poedelnaakt stond ik naast mijn auto op de camping, terwijl een miezerige regen mijn slaperige lijf probeerde wakker te kussen. Mijn enkelbanden knelden als nooit tevoren. Ik wilde schreeuwen: "Wie heeft mijn ochtendjas gestolen ?" Dat zou echter niet zinvol zijn, omdat ik er geen had. Het had meer iets van een diep verlangen naar beschutting in deze door regen, lawaai en virussen verstoorde wereld. Gelukkig had ik nog 3 mondkapjes. Twee voor beneden en een voor boven, zodat ik toch boodschappen kon doen. Dat was goed te doen, behalve bij de koelafdeling.
Bij de kassa zag ik de cassière tijdens het pinnen glimlachen. "Bonne journeé" fluisterde ze mij toe, wat zoveel betekent als : "Wat een grappige man ben jij".

Bourguignon Les Morey, 14 augustus 2020.

 

 

Douchepoes.

Om de drukte bij de douches te vermijden was ik vanochtend weer vroeg opgestaan. Nadat ik mij uit mijn mini-camper gepeld had strompelde ik nog stijf van het nachtelijk uitrusten tegen het schuine talud op. Het was stil in de wasruimte. Door het open raam kon ik de zachte mistflarden in het dal zien hangen, terwijl de zon oogluikend zijn bijdrage begon te leveren.

Een douche voor mezelf. Net als thuis. Wie wil dat niet ? In opperste concentratie genieten van het wassende water. Nou ja, als eerste doucher was het wel noodzaak de juiste balans tussen koud en warm te vinden. Dat lukte. En na een korte balansoefening kon het genieten beginnen.

Nu was er een smalle opening aan de onderzijde van de douchedeur. Mogelijk waren destijds de planken niet lang genoeg of was het hout op ? Hoe dan ook: in de smalle opening werd een klein poezekopje zichtbaar ( ja er waren 2 nieuwgeborenen op de camping, heel fragiel en ook heel speels ). Met een ongelooflijke souplesse wurmde zij zich door de vernauwing.

Nu was het al weer jaren geleden dat ik mij samen met, laat ik zeggen, een stoeipoes, onder de douche had gestaan. Zij was doctoranda in de biologie en deed mee aan de cursus Fantastische Verhalen in Moulin de Bousson inde Morvan. Onze bijeenkomst diende dus ook een wetenschappelijk doel. Daar kon ik erg opgewonden van raken.

Nu was dat niet het geval. Deze poes, nou ja poesje, wekte uitsluitend vertedering. Ze bleef ook bewust uit het natte gedeelte waar ik mij bevond. Wel begon zij zichzelf te wassen, zoals poezen dat kunnen doen en soms maakten we dezelfde beweging. Dat was erg leuk. Op enig moment echter nam zij een washouding aan, die voor mij niet te imiteren was. Daarvoor was de ruimte echt te beperkt.

Tijdens het afdrogen, wat een mooi ritueel, sloot zij zich aan door kopjes te geven. Ja liefde vulde de ruimte, totdat een andere campinggast zich in meerdere opzichten luidruchtig en zeer peristaltisch,  meldde voor het toilet. Weg stilte, weg verfijning. De Hunnen vielen binnen.

Later zag ik het poesje terug. Zo te zien was zij, nieuwsgierig, in mijn tent geweest….en ja hoor: de afvalzak was genadeloos opengekrabd. Stank voor dank, zal ik maar zeggen. Dat had ik niet meegemaakt met de docteranda, die wist haar nageltjes beter te benutten.

Bourguignon-les-Morey, augustus 2020.
 
 


 

Afscheidsbriefje.

Gevonden in schrijfmap. Bron: Dagmar en Daisy ,klas 2G ,Stedelijk College Zoetermeer.

Hoi. Ik hoop dat het u goed gaat. Het was leuk om van u les te hebben. Ik heb veel van u geleerd. Dagmar.

Ik wil u bedanken voor wat u voor ons heeft gedaan. Vorig jaar en nu. Ik vind het heel erg jammer dat u weg bent, want die invalster is niets en u bent sowieso niet te vervangen. U was voor mij een groot voorbeeld in de "beeldende kunst" en hoop daar ooit mijn toekomst van te maken. Ik hoop dat het u verder goed zal gaan. Daisy.



Banaan.

Mijn God, wat is het weer heet vandaag, zo pufte Demeltje ( nog an toe ! ). Alles plakte om haar rijkelijk besproete lijf. Lokaal wel 42 graden. En ook nu in de wachtkamer zat zij te wachten op wat verkoeling.

Neen, dan in februari, toen zij met Robbie in Sankt Moritz was. Dat waren nog eens coole tijden. Samen vroeg op en met hoge snelheid afdalen te midden van de opwaaiende glinsterende ijskristallen. De temperatuur deed er dan niet toe.
Alhoewel: als het sterk gevroren had kregen ze in de open skilift wel gevoelloos wordende billen. Een probleem zonder warming up. Een creatief moment bracht toen een speelse oplossing : na het ontbijt elkaar midalganeren. Wat hadden ze gelachen en met een roodgloeiend zitvlak doken ze de lift in. Geweldig !

Alleen die ene keer, toen Robbie nog wat stond na te genieten, ging het fout. Een snowboarder met een niet goed ontwikkelde prefontale cortex knalde tegen hem op. Einde nagenieten. Hulp kwam er snel en binnen tien minuten waren er 2 brancardiers aanwezig met hun banaantje. Banaantje ? Ja zo heet dat gele gondeltje, waarmee ze
ongeluksvogels ophaalde en wegbrachten.

Demeltje kon de vervangende klap en paniek nu nog voelen. Ze schudde haar plakkerige rossige haar en slaakte een diepe zucht. 43 graden ! Op dat moment viel er vogel dood van het dak.
"Gaan met die banaan" hoorde Demeltje zichzelf zeggen.

Bourguignon les Morey, 9 augustus 2020.

 

 
Pokeren.
 
“Kun je deze keer iets aan mijn gezicht doen ?”, vroeg ik aan de visagiste. “Ik heb vandaag mijn maandelijkse pokeravond met mijn familie. Ik ben het zat om steeds te verliezen. Het lijkt erop of zij aan mijn gezicht kunnen zien wat voor kaarten ik heb“.
Het werd even stil. “Strippoker ?”. vroeg de visagiste. Mijn wangen en hals kleurden rood. Die diep weggestopte schaamte diende zich weer aan. De eerste keer dat ik meedeed had men mij gezegd dat het om strippoker zou gaan. Ik had mij heel goed voorbereid met tal van dunne slips en T-shirts en sweaters en heel veel sokken. Zelfs twee ijsmutsen had ik over elkaar heen gedaan. Met een pet en strooien hoed als bekroning.
Die avond werd er echter gespeeld om fiches. Het was bloedheet in de kamer en ik zweette me een ijsmuts. Ik durfde echter niets uit te trekken omdat ik mijn familie kende: de omstandigheden konden snel wisselen en geen enkele afspraak was heilig.
De visagiste, een van een drieling ( three of a kind zal ik maar zeggen ) wist gelukkig alles van pokerfaces. Als zij met haar zusjes iets stouts hadden gedaan dan trokken ze alle drie een gezicht waar de onschuld vanaf stroomde. Het plezier daarna was altijd groot.
Die avond kwam ik om een voor mij begrijpelijke reden iets te laat binnen. Iedereen was er al. Een Full House zal ik maar zeggen.  daarbij gescoord. “Waar kom jij vandaan ?”. Die kritische vraag kende ik al sinds mijn vroegste jeugd en joeg mij altijd schrik aan. Nu echter verblikte of verbloosde ik niet. Noodzakelijk voorspel, zei ik achteloos en nam mijn plaats aan de carrévormige tafel in. Het spel kon beginnen.
“Vanavond spelen we strippoker !”riep mijn altijd weer gezaghebbende oudste zus. Iets in mij kromp van binnen ineen. Ik was veel te luchtig gekleed. De visagiste had haar werk echter goed gedaan: Ik won alles. En voor het eerst zag ik mijn hele familie open en bloot rond de tafel. Een bijzondere ervaring. Een stropverhaal ook.
 
Henk.



Zeg kleine ree........

Het scheelde gisteren een haar. Een hertenhaar. Weliswaar een van ongeveer een meter lang, maar toch. Ineens vanuit het niets sprong de ooit door mij bezongen kleine ree ( had ik hem niet zo gezegd op te passen in het groene woud ?) voor mijn rijdende bumper. Ik zou hem of haar geraakt hebben, maar het roodbruine lijf plooide zich zo naar links dat het en mijn koplamp onbeschadigd bleven. De schrik zat er bij beiden goed in.

Ja, ik zit al een paar dagen in de natuur en dan krijg je dat soort dingen. Zoals de 2 teken die, hoe afdekkend ik mij ook gekleed had, kans hadden gezien zich in mijn linkerbeen en lies in te graven. De eerste was een lastige klant die zich in een fraaie plooi verschanst had. Tot op heden weet ik niet of ik hem helemaal exit heb, maar mijn best heb ik gedaan. De tweede ging soepeler....tangetje erop en eronder en draaien maar. Inmiddels hoop ik een steekvlieg gedood te hebben, die mijn enkels bezocht. 

Hoe aandoenlijk was gisteren ook het voor mij uitlopen van een wezel, alsof zij mij de weg wilde wijzen naar de camping. Heel anders dan de  wilde kat in het haverveld vanochtend, die er bij het zien van mijn inmiddels door de zon getaande gelaat met een dikke staart er als een haas vandoor ging. Ja, ik heb deze periode iets met dieren.

Zo hing er bij het slapen gaan een lichte barbeque lucht in de Dokker. Een tweetal muggen, 3 motten , een horzel en nog wat klein spul hadden zich gedurende de dag in mijn accommodatie verzameld in de hoop daar het licht te zien. Dat lukte wonderwel, echter niet lang. Mijn elektro-racket ( neem je je racket nog mee op vakantie ? Vroeg Elly bij de laatste tennisbijeenkomst.... ). Met verfijnde techniek schakelde ik het ongerief uit.

Het werd een rustige nacht.

Bourguignon les Morey 10 augustus 2020. 


Klokken.

Vandaag zou het gaan gebeuren: het luiden van de klokken. Wekenlang had Lielo, het kleine misdienaartje van de parochie van San Gimignano, ernaar uit gekeken en hij niet alleen.
Er was een nieuw klokkenspel geïnstalleerd in de grootste campanile van de stad,
Een ervan was zo groot dat Lielo er wel in kon gaan staan, zo had de pastoor gezegd.  Lielo hoorde een opdracht komen. De klok zou namelijk  in aanwezigheid van 1000den gelovigen en andere  belangstellenden ,onder wie veel hoogwaardigheidsbekleders , aan de binnenzijde gewassen worden. Dit volgens een oud rooms katholiek ritueel .Het lot viel op Lielo.

In zijn witte superplie en met een spons vol wijwater begaf hij zich onder en in de klok, die op schragen was geplaatst.. Dat was heel spannend, De klepel hing er nog niet in, zo zag Lielo . Eerst in bad en dan pas klepelen, hij hoorde het zijn moeder , ook vol van verwachting en trots aanwezig, zeggen.
  Lielo deed wat er gedaan moest worden. Hij kreeg het er warm van. En terwijl het koor een prachtig gregoriaans lied zong werd al het donkere van de binnenkant ( het liep eraan de onderzijde soepeltjes uit ) gezuiverd.

En zie :Toen Lielo na het werk van onder de klok kwam was  hij zelf ook aan een wasbeurt toe. Zijn stralend witte superplie was aan alle zijden vies geworden, alsof hij in de mijnen was geweest of had geworsteld met duistere krachten. Een golf van vertedering  en mededogen vulde de kathedraal. Nog nooit bracht 1 misdienaar zoveel gelovigen aan het glimlachen. Lielo had ongemerkt  alle zielen in mildheid bijeengebracht. Als een luidende klok.

Even was het stil, alsof de wereld zweeg en luisterde. Een witte duif daalde zachtjes op het dak van de Campanile. Op dat moment kondigde een klein helder klokje het begin aan van iets groots. Steeds meer klokken deden mee.Tot ook de grootste klok zich van haar beste gewassen kant liet horen. Zo mooi, zo zuiver. De schoonste aller klokken zei Lielo. Hij voelde zich gelukkig.

Bourguignon les .Morey, 11 augustus 2020.





Waterkoker.

Ik sta vers gedoucht in mijn partytent in de France Comté, als ik ontdek dat mijn waterkoker "het niet meer doet". Bewegingsloos kijken de beide verwarmingsbeugels mij aan als ze willen zeggen: "het is gedaan". Wanhopig doe ik de stekker nogmaals in het stopcontact.
Vervolgens check ik of bij mij de stoppen mogelijk zijn doorgeslagen ?

Er gebeurt niets. Koker is dood, net als tante Marie ruim 28 jaar geleden.
En hiermee eindigt mijn erfenis definitief. Ja, ik was haar lievelingsneef en zij bleef mij haar hele leven zakgeld geven. Door omstandigheden was zij kinderloos gebleven tot ik het daglicht zag en ook voor haar het kinderfeest begon.

Dat eindigde toen ik in Frankrijk op cursusvakantie haar "hoorde roepen". Het ging in die tijd - na een rare val en 93 jaar - niet goed met haar. Ik reed dezelfde dag terug, kon afscheid nemen en enkele weken later strooide ik haar as uit over de eeuwige jachtvelden aan de Rotterdamse Schie.

De erfenis was klein, het plezier groot: haar waterkoker. Naamloos, zonder opsmuk, indicator, lampje, losse vloer of beveiliging. Kokertje was als tante Marie: rechtuit, zonder franje. Zij werd mijn reisgenoot op alle vakanties. Altijd een water - of hartverwarmend moment biedend. Thee of koffie drinken met een geliefde of alleen. Kokertje droeg het hare bij.
Vanochtend 10 augustus hield zij ermee op. Overmorgen zou tante Marie haar verjaardag gevierd hebben. Hoeveel kaarsjes zouden daar wel niet voor nodig zijn ?

Ongetwijfeld kruipt er binnenkort een klein nieuw kokertje over de vloer. Ik verheug me op haar bubbeltjes blazen en zal er zeker met vertedering naar kijken.

Bourguignon les Morey, 11 augustus 2020. 

 

Kleerscheuren.

Bellinge had er maanden lang naar uit gekeken: een nazomer in haar geliefde Italië. Even weg van al alle sores, afstandelijkheden en reserveringen. Ook de verkoop van haar “little tiny house” aan de Rotte was haar niet in de koude kleren gaan zitten. Eraan denkend hoorde zij haar hart weer Bonken.

Siebrand had haar nog zo huis nummer 3 op Sardinië aangeraden, maar ja een droomhuis op een eiland en geen boot……..in ieder geval reden zij nu door de Alpen en waren ze bijna “thuis”. Het was een feest van herkenning bij aankomst: overal bloemen en blije mensen. Alleen de lucht werd steeds donkerder en er stak spontaan een storm op die ieders leven op zijn/ haar kop dreigde te zetten. Het was of Bellinge en J.C., haar lover, in de opnames van “Clash of the Titans” waren beland. De Goden gingen echt los, overigens niet ongebruikelijk in Italië.

Wat nu? Uitgerukte bomen, verspilde parkeergelden ( de auto’s spoelden naar elders ) en overal mensen in gescheurde kleren. Wat een armoedig gezicht ! De druiven waren geplet en leken vanaf nu meer op walnoten. “La vita est bella? " Nu even niet.

Er terwijl J.C. hun met betonblokken verzwaarde camper door de rivierbedding loodste haalde Bellinge van onder het bed de stalen koffer , waarin zij haar kostbaarheden bewaarde, tevoorschijn. Zij passeerde moeiteloos het tijdslot en de codes en “klik” daar ging de koffer open.

De wind ging ineens liggen en de zon kwam door de wolken. Zo ook bij Bellinge: in de koffer haar onbeschadigde bikini. Snel trok zij deze aan en liet J.C. een foto maken voor de poster van een hemelsblauw zwembad.

Deze foto werd al snel gedeeld met familie, vrienden en bekenden. Met een beminnelijke glimlach liet Bellinge weten dat zij er zonder kleerscheuren was afgekomen. En dat was mooi.

.25 augustus 2020.

P.S. Eventuele overeenkomsten met situaties en personen zijn niet geheel toevallig. Bellinge bedankt.



 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten