Op de terugreis van Savita in Winterberg belandden Jan Hendrik en Sieta in de abdij van St.Willibrord bij Doetinchem. Het klikte daar en zo kwam de 3-daagse workshop tot stand waarnaar ik nu op weg was.
En zo stond ik op vrijdag om 15.00 uur voor de poort van deze abdij. Mooi zonnig en licht vriezend weer. En zo te zien een uitgebreid complex van gebouwen achter de poort. Ervoor was alleen de kerk zichtbaar.
Iedereen werd welkom geheten bij de receptie, waar je gelijk de sleutel ontving om je te kunnen nestelen in de ruime kamers met mooi sanitair, een goede matras ( bij mij op een extra hoog senioren bed - een ervaring apart ) en een goede verwarming in deze winterse omstandigheden.
Mijn kamer had 3 vensters. Mooie symboliek: de middelste voor de priester. De rechtse voor de diaken, de linkse voor de subdiaken. Ja ik was duidelijk terug in de Rooms Katholieke ambiance en dat zou niet de enige keer zijn.
Eenmaal geïnstalleerd was het tijd om eens rond te kijken in de ruimtes waar wij zouden verblijven. Eerst het restaurant, waar onze eenvoudige, maar voedzame maaltijden geserveerd werden . Altijd met een introductie van Theo, onze oblaat. Een oblaat is iemand zich op vrijwillige basis verbindt met de abdij, zonder daar te verblijven. Wel levend volgens de regels van St. Benedictus waaraan deze abdij is toegewijd.
Broeder Theo liet ons ook zien waar het niet te versmaden abdijbier te vinden was voor de after-sing. Niet uit eigen brouwerij, maar uit die van een broederorganisatie. Voor het eerst zag ik een Trappist 0.0. Toch wel een commerciële ingreep in datgene wat de originele Trappist kenmerkt: hoge gisting, ook in de fles. Meer een Laffe dan een Leffe.
Naast het restaurant bevond zich de ruimte waar wij ons zingen zouden gaan beleven. Ook hier met uitzicht op de wintertuin. Het gedempte licht zorgde voor een warme besloten sfeer. Iets waar de fotograaf die op zondag langs kwam het geheel mee eens was.
In deze ruimte had Jan Hendrik reeds zijn begeleidingsinstrumentarium geïnstalleerd. Zelf kon ik nu even genieten van het uitzicht dat hij deze dagen zou hebben. En er was nog een ruimte, een meer meditatieve, ter beschikking. Mooi, maar ook een beetje frisjes. Neen dan toch liever bij de warmte van Jan Hendriks magische kaars.
Dit was tevens een mooie oefening om de stembanden op te warmen, maar al snel werd het complexer. Gelukkig zingt Jan Hendrik het dan voor, terwijl hij begeleidt op keyboard, accordeon, harmonium, shruti box en trom. Met Peter als extra percussionist.
Tussendoor was er steeds gelegenheid om een bezoek te brengen aan een van de 6 Vespermomenten in de kapel. Momenten waarop de monniken bijeen komen om te zingen, teksten te citeren en te bidden. Hiertoe werd steeds de klok geluid. De eerste om 06.15 uur, zo vertelden mij ervaringsdeskundigen.
Deze in 1948 eigenhandig gebouwde kapel ( uit de puinhopen van Arnhem en Doetinchem, restanten van de Tweede Wereldoorlog ! ) liet zien dat de monniken goede metselaars waren en zochten naar praktische oplossingen voor het te dragen dak. De steunende zuilen in de kerk en de in de muren opgenomen steunberen zorgden daarvoor. Op het priesterkoor een eenvoudige stenen tafel met daarboven een luchter, die veel in Duitse kerken ( b.v. de Dom van Aken ) is terug te vinden. Achterin een kleine nis met altaar.
Eenmaal terug in onze werkruimte stonden we stil bij het in - en uitademen, een niet onbelangrijke activiteit bij het zingen. Als je daar eenmaal goed mee bezig bent, dan komt de vreugde als vanzelf.
Op zaterdagmiddag kon wie dat wilde siësta houden of naar buiten gaan. Dat laatste, het was mooi zonnig weer, werd veel gedaan. Het was mogelijk om op verschillende plaatsen het bos in te gaan. Mijn eigen weg zoekend kwam ik op een mooie plek. Dat bleek later een , direct naast de abdij gelegen, urnenveld.
Iets verderop lag de weg naar het Kasteel Slangenburg. Naar mij werd gezegd via een kronkelpad en dat klopte, van boom naar boom en tegelijk rechtdoor. Met als resultaat: De Slangenburg. Het terras was helaas gesloten.
Met een frisse neus en soepele benen konden we ons om 16.00 uur ons weer overgeven aan het lied; One by one. Eenmaal geproefd blijft dit rondzingen. Ook in de dagen erna. In het tweede deel zongen we het in canon waardoor het nog intenser werd.
Na de lunch op zondag werd het tijd om onze kamers te ontruimen en de bagage naar de parkeerplaats te brengen, die gisteren nog een winters tintje had. Het was allemaal weer heel snel en bijna tijdloos gegaan, maar nog niet voorbij.
Als afsluiting mochten we zingen in de kapel van het klooster. Het koord voor het priesterkoor ging open en wij konden rond de stenen tafel gaan staan. De kapel had een onverwacht mooie akoestiek waardoor onze zang een extra dimensie kreeg.
Daarna was het tijd om afscheid te nemen van elkaar en deze mooie plek. In dankbaarheid naar mezelf en allen. Altijd weer wonderlijk om te zien hoe zingen mensen bijeen brengt en met elkaar verbindt. De vreemden van de vrijdagmiddag nu getransformeerd tot de knuffels van zondagmiddag. Als dat niet mooi is.
Het abdijhoeve team zwaaide ons uit via de moderne media. Ook mooi !
Henk van der Veen, Rotterdam, 23 januari 2024.
En voor wie wil: Om Dum Durgaya