Er was eens een heel mooi prinsesje. Haar naam is Mette. Op een dag ging weer ze eens uit logeren bij oma, de prinses-grootmoeder van Strienestad in West Brabant. Haar oma woonde daar op een groot landgoed in een kasteel met heel veel kamers.
Dat vond het prinsesje heel erg leuk, want zij hield ervan om in twee kamers tegelijk te spelen en te slapen. Bovendien had zij dan steeds iets te kiezen en daar hield ze van.
Op een maandagavond, nadat zij de hele dag aan een vlinder "in glas in lood" had gewerkt en oma haar had voorgelezen, besloot zij "het spel van de vlinder" te spelen. Zo ging ze in haar eerste kamertje als een heel mooi rupsje slapen in haar coconnen dekbed, om de volgende morgen in haar andere kamertje als een prachtige vlinder op te staan. Haar vleugels hadden wonderlijk genoeg dezelfde kleuren van de vlinder "in glas in lood".
Het zou een spannende dag worden, want vandaag ging zij kijken naar allerlei "oude gewoonten in boerendorpen". Een jaarlijks terugkerend feest waarbij de plaatselijke bevolking zich ging verkleden om daarna luidkeels en met veel boemboempapa door het dorp te dansen. Dat wilde ze wel eens meemaken.
Na een korte piama-party bij het ontbijt werd het tijd om naar het dorp te gaan. Oma ging mee en ook de bekende kroniekschrijver en fotograaf Groothertog Henk van Ommoord tot Zevenhuizen stond klaar.
Even zag het ernaar uit dat het feest niet door kon gaan vanwege de weersomstandigheden, maar na een voorspoedige en veilige reis belandde de prinses met haar gevolg toch in de buurt van Kasteel Jumbo. Daar woonde Prins Strienus de Vijfde, die er zo zijn eigen regels op nahield: zijn 11 Gebooje.
Het prinsesje was benieuwd hoe de optocht er die middag zou uitzien. Ze had al een mooi schema gemaakt met daarin blokken voor de wagens en natuurlijk de vlinders.
Het geheel zou een ronde maken door het dorp.
Zij had voor deze gelegenheid haar roodglanzende toverjasje met de 1000 sterren aangedaan. In dat jasje kon zij zichzelf zichtbaar en onzichtbaar maken ( dat is zo handig met toverjasjes ).
Er was goed naar haar plan gekeken, want de vlinders waren rondom aanwezig, ook al werden hun vleugels wat nat.
Op de wagens was het een dolle boel. Zo was een baby met vleugels en een pijl en boog die met liefde rondsprong, achterna gezeten door een duivel ( ook in onderbroek ). Ja die Strienenaren maken er wel een potje van.
Knap gedaan, dat ook.
Ook kwam er een gouden koets voorbij. Je kon duidelijk zien dat dat niet de echte was en ook de hofdames in hun gewaden zagen er door de bezuinigingen wat sobertjes uit.
En toen werd het spannend voor het prinsesje: een vlucht groenblauw gekleurde sparrows ( die regelmatig voor oma popliedjes zingen ) kwam op haar afvliegen. Als vlinder schrik je dan toch wel even. Ze probeerde nog onzichtbaar te worden, maar te laat.
Gelukkig kwamen de Sparrows alleen iets voor haar zingen en kreeg zij een zakje zangzaad.
Dat was een hele geruststelling.
Oma vertelde dat zij elke dag bij het ontbijt zo'n zakje zangzaad at om goed bij stem te kunnen blijven en daar moest het prinsesje wel weer om lachen.
En dat was mooi, want er kwam nog heel veel meer voorbij, zoals een boempapa orkest in een partytent.................
Een kippenboer met kippen voor. op en in de kar.......
En een heleboel vrolijke gekroonde koninklijke hoofden die het prinsesje toelachten.
Ja, familie wordt onmiddellijk herkend.
Vol van indrukken en met natte voeten liepen ze nog even bij Kasteel Jumbo binnen om wat spek en brood te kopen.
Daarna gingen het prinsesje en haar begeleiders terug naar Kasteel Strienen om thee te drinken en een uurtje te spelen in meerdere kamertjes.
Geheel onverwacht kreeg Mette ineens bezoek van Peter Pan ( die zij later met veel plezier Peter Pan nekoek zou noemen ). Hij nam haar en Tinkerbel en een paar andere kinderen mee. Eerst heerlijk zweven door de lucht om daarna Kapitein Haak een poets te bakken.
Het prinsesje genoot met volle teugen. En zij speelden totdat het etenstijd werd en zij zelf voor iedereen pannekoeken mocht bakken.
Iedereen kon kiezen uit een pannekoek naturel, met katenschinken, met Kempener ham, met appel of gewoon van alles wat.
Dat de eigenwijze stroop niet uit de fles wilde vond zij niet erg, er was immers ook appelstroop. Jammie !
Het prinsesje kon heel goed omgaan met de mixer en het beslag zag er heerlijk en zonder klontjes uit.
Alleen het omkeren met de appel lukte niet altijd.
Lekker was het wel.
Met ronde buikjes zat de familie aan tafel en keek nog een terug naar een natte, maar mooie dag vol met grappige mensen. Het prinsesje ging tevreden naar een van haar kamertjes en na het voorlezen belandde zij in een diepe slaap.
Henk, Strienen, 9 februari 2016.