Fort Asperen.
Vandaag
zou de natte moesson een dag stoppen en vond ik het een mooi moment om
te gaan doen wat ik regelmatig uitgesteld had: Fort Asperen bezoeken.
Op dit "Cultuureiland aan de Linge" werd glas en keramiek tentoongesteld.
Dat
betekende wel in een brede en lange vrachtwagensliert door de Betuwe,
maar eenmaal is Asperen verdween dat geheel. Een stille en groene
omgeving. En dat waar ooit de kanonnen bulderden en men probeerde het
hoofd boven water te houden ( en dat van de vijand eronder ) was het nu
stil en vreedzaam.
Fort
Asperen maakte ooit deel uit van de Hollandse Waterlinie, een inmiddels
verouderd verdedigingsbolwerk. Nu leeft het - goed onderhouden - voort
als cultuurerfgoed en worden er in de zomer exposities gehouden.
Meteen
na binnenkomst ( een Asperse dame gaf mij van harte zoveel informatie
mee dat ik geen handen meer vrij had om te fotograferen ) stond ik voor
een spreuk die in ieder geval destijds probeerde het moreel hoog te
houden.
In de
verschillende kazematten ( zo heet dat toch ? ) werd Venetiaans glaswerk
geëxposeerd. De objecten waren zodanig bizar dat ik beelden kreeg van
de eettafel van de koning van Napels ( uit de serie over de Borgia's ).
Niet dezelfde beelden, wel dezelfde sfeer.
Wat mij meer aansprak was onderstaand object. Dat kwam mede door de plaatsing in de ruimte.
Het object harmonieërde qua kleur en contrast. Schittering naast vergankelijkheid.
Een goede keuze.
Ja, ik
stond nu toch wel bij de - voor mij - afdeling highlights. Glaskunst
kom ik ook steeds meer tegen op de internationale kunstbeurzen, zoals
recent in de Amsterdamse Rai en De Beurs in Rotterdam.
En Etienne Gallery uit Oisterwijk heeft o.m. een fraaie glascollectie.
Een
heel apartje vond ik dit object. Een mengeling van een Venus, aards,
sensueel met meer spirituele elementen als transparantie en
engelen-vleugels.
En dan al die gekleurde zieltjes rond deze nis. Jef Koons zou er ook wel wat in zien.
Sommige delen van het fort, zonder kunst of spotjes zijn van zichzelf al heel fraai en in dit geval ook wat raadselachtig.
Ik was toe aan een nieuwe spreuk en werd op mijn wenken bediend bij de volgende doorgang.
Intussen
was ik aangeland in het midden van het fort, waar een gefilterd en
gekleurd zonlicht naar binnen viel. Ik moest er allerlei elastische
bewegingen voor maken om de bron op de foto te krijgen: die zat bovenin.
Dat wilde ik wel eens nader bekijken en via een tunnel met licht aan het einde kwam ik op het dak van het fort.
Wat op
een afstand op een majestueus grafmonument leek, werd nu echt
zichtbaar: de ontluchtingskanalen van het fort, stevig in beton gegoten.
Ontluchten ? Gezien de intense vochtigheid in de kelders was er meer
nodig, maar goed: er hoefde niet meer in gewoond te worden.
Tussen deze pijpen liep een loopgraaf.
De
koepel, omgeven door een onduidelijk metalen rasterwerk ( ter
bescherming ? ) bestond uit een soort glazen dakpannen, die met elkaar
verbonden waren. De glasplaten waren op gevarieerde wijze beschilderd
met experimentele verzinsels.
Terug
bij de ingang informeerde ik naar de 100 vazen, die hier ook ergens
zouden staan.
Frank van der Linden had zich ingezet om dit project gerealiseerd te krijgen.
De dame aan de kassa nam korte tijd vrij om mij naar een
ander deel van het complex te leiden. En daar stonden ze: alle 98. Er
waren er 2, die niet vochtbestendig waren verwijderd. Jammer juist die
had ik graag gezien.
Zoals
vroeger de soldaten in de rij stonden om een min of meer zinvolle
handeling te verrichten, zo stonden hier de vazen. Elk was door een
andere kunstenaar bewerkt ( glazuur ).
De een had hier duidelijk meer aanleg voor dan de ander. Een was zelfs onvoorzichtig geweest.
Al met al.....een leuk geheel.
Gevuld
met tal van nieuwe indrukken verliet ik het fort langs de weg die ik
ook gekomen was en die leidde naar een luxe parkeerplaats in het groen,
waar ik temidden van het hoge maïs ongestoord kon lunchen. Geen
fortbewoner die mij vanaf hier kon zien.
Asperen, 13 juli 2017.